Verenigd Koninkrijk steekt 5 miljard in infrastructuur en scholen
De Britse regering gaat 5 miljard pond (ongeveer 5,5 miljard euro) investeren in wegen, scholen en ziekenhuizen en andere infrastructuurverbeteringen. Dat maakte premier Boris Johnson bekend in een toespraak. Ook beloofde hij binnenkort een strategie te publiceren voor verdere uitgaven in de herfst om het Verenigd Koninkrijk te helpen zich te herstellen van de coronaviruspandemie.
„We kunnen geen slachtoffer blijven van deze crisis”, zei hij in zijn speech. „Als de coronacrisis ons iets heeft geleerd, dan is het dat dit land klaar moet zijn voor wat er nog komen gaat. We moeten de financiering snel doorzetten, want er is al een enorme daling in het bbp, en mensen zijn bezorgd over hun banen en bedrijven.” Ook stelde de premier dat het een goed moment is om „eeuwenoude problemen” aan te pakken die duidelijk zijn geworden door de „corona-bliksemflits”. „Met name problemen in ons zorgsysteem en delen van onze overheid die traag reageerden op de crisis.”
Bovendien beloofde Johnson dat het land 12 miljard pond investeert om de komende acht jaar tot 180.000 nieuwe betaalbare huur- en koopwoningen te laten bouwen. „De regering gaat binnenkort de meest radicale hervormingen in ons planningssysteem doorvoeren sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog”, zei Johnson, die spreekt van een „infrastructuurrevolutie”. Volgens Johnson gaat het bouwen van huizen in het Verenigd Koninkrijk de afgelopen jaren een stuk langzamer dan in Frankrijk, Nederland of Duitsland en is het een stuk duurder. De nieuwe huizen moeten betaalbaar worden, zodat ook jongeren een eerlijke kans hebben op een woning.
De premier probeert uit alle macht de Britse economie weer uit het slop te trekken. Door de pandemie en de economische neergang verdubbelden de werkloosheidsaanvragen en moest de staat de lonen van bijna 12 miljoen werknemers in de particuliere sector ondersteunen.
Johnson staat onder toenemende druk van de media en oppositiepartij Labour vanwege zijn aanpak van de pandemie. In het Verenigd Koninkrijk zijn de meeste coronadoden van Europa geteld.