‘Uber verziekt taximarkt Amsterdam’
Taxibedrijf Uber verziekt de Amsterdamse taximarkt. Dat stelt vakbond FNV, die de Amsterdamse wethouder van Verkeer en Vervoer Sharon Dijksma oproept de taximarkt in de hoofdstad weer „eerlijk en gezond” te maken. Daarbij wil de bond vooral een eerlijk inkomen en rechtsbescherming voor alle taxichauffeurs.
Dijksma ontvangt volgende week een witboek over Uber. Daarin komt volgens FNV onder meer naar voren dat Uber-chauffeurs zelfs met werkweken van vijftig uur nauwelijks het minimumloon halen. Ze verdienen gemiddeld 260 euro bruto minder dan de collega’s, waarbij nog geen rekening is gehouden met de kosten voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering en pensioen.
Volgens berekeningen van FNV loopt de staatskas jaarlijks 20 miljoen tot 40 miljoen euro mis aan belastinginkomsten en sociale premies door de werkwijze van Uber. De bond hoopt met het witboek de Amsterdamse wethouder voldoende munitie te geven om de regelgeving in de taxibranche bij de landelijke politiek aan de kaak te stellen.
Gemeenten mogen aanvullende regels stellen, maar alleen voor de opstapmarkt en niet voor de bestelmarkt waarin Uber actief is. Amsterdam heeft wel een convenant met Uber gesloten, maar de bond ziet geen enkele verbetering sinds het ondertekenen daarvan.
FNV dringt er al langer bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat op aan om een gelijk speelveld te creëren. Nu zijn er grote verschillen in regels voor de straattaxi’s en de bestel- appmarkt waar Uber, met name in de grote steden, volgens de bond de overheersende partij is.
Wethouder Dijksma laat in een reactie weten dat de zorgen van de FNV precies haar zorgen zijn. „Om die reden werken we momenteel aan nieuw gemeentelijk taxibeleid voor de gehele taximarkt. Daarnaast heb ik vorig jaar bovenwettelijk een set afspraken met Uber gemaakt, waar een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar onder meer het verdienmodel onderdeel van is.” De wethouder zegt de onderzoeksresultaten en het witboek van de FNV mee te nemen in de verdere gesprekken met het bedrijf. „Tegelijk zijn we bij het creëren van een gelijke markt voor een belangrijk deel afhankelijk van regelgeving van het Rijk. Het is daarom belangrijk dat deze problematiek ook in Den Haag wordt opgepakt.”