Daarvoor waarschuwde woensdag de Russische onderminister van Wetenschap en Technologie, Michail Kirpitsjnikov.

„De toestand is kritiek en de wetenschap kan morgen verdwijnen als er geen noodmaatregelen worden genomen”, zo zei Kirpitsjnikov op een persconferentie in Moskou. Aanleiding voor zijn noodkreet was een vergadering onder voorzitterschap van president Poetin van een Russische raad die een ontwikkelingsprogramma voor de wetenschap tot 2010 gaat bestuderen.

De vice-voorzitter van de Academie voor Wetenschappen, Nikolai Laverov, klaagt dat de wetenschap in tien jaar is verwoest. „De geleerden verdwijnen naar het buitenland. Niet alleen omdat ze daar beter kunnen verdienen, maar ook omdat ze in Rusland niet de benodigde faciliteiten hebben om hun onderzoeken te verrichten”, zo voegde hij eraan toe.

Uit officiële statistieken blijkt dat de afgelopen jaren meer dan 200.000 wetenschappers Rusland hebben verlaten. In het grootste deel van de laboratoria is de apparatuur sinds 1991 niet meer vervangen. Het aantal Russische wetenschappers is in tien jaar tijd met meer dan de helft gedaald en hun leeftijd is nu gemiddeld 56 jaar, tegen 45 jaar in de ontwikkelde landen.

Volgens Lavarov geeft Rusland 22.000 dollar (iets minder dan 25.000 euro) per jaar uit aan één wetenschapper, terwijl bijvoorbeeld Zwitserland ruim tien keer zo veel betaalt. Op de begroting zijn de uitgaven voor wetenschap nog maar 20 procent van wat ze in 1992 waren.