‘Recordaantal antilichamen bij inwoners Oostenrijks skioord’
De bevolking van het Tiroler skioord Ischgl, waar de grootste corona-uitbraak van Oostenrijk plaatsvond, heeft het hoogste percentage antilichamen tegen het nieuwe coronavirus dat tot nu toe is gemeten. Dat stellen wetenschappers van de Medische Universiteit van Innsbruck. Bij maar liefst 42 procent van de inwoners zijn antilichamen gevonden.
Duizenden mensen raakten besmet in Ischgl, dat zichzelf aanprijst als ‘het Ibiza van de Alpen’. Het virus kon zich onder meer in après-skibars snel verspreiden. Op 7 maart werd er voor het eerst iemand positief getest. Een week later werd er een quarantaine ingesteld, maar toeristen mochten terug naar huis reizen, waardoor het virus verder door Europa werd verspreid.
„De aanwezigheid van antilichamen is de hoogste die tot nu toe in een onderzoek is gevonden”, zegt Dorothee von Laer, de directeur van het virologisch instituut van de universiteit. „Hoewel in deze mate geen sprake is van groepsimmuniteit, zou de bevolking van Ischgl wel in hoge mate beschermd moeten zijn.”
In andere studies werd gesteld dat 10 procent van de inwoners van Genève en 27 procent van de inwoners van het Italiaanse Val Gardena antilichamen in hun bloed hebben. Antilichaam-testen en zogeheten PCR-testen werden uitgevoerd bij 1473 inwoners van Ischgl, zo’n 80 procent van de bevolking. Slechts 15 procent van de mensen met antilichamen was eerder positief getest op het longvirus, aldus de universiteit.
Ondanks het feit dat het coronavirus vroeg opdook in Oostenrijk, is het aantal besmettingen er relatief laag. Het longvirus is er in totaal bij 17.477 mensen vastgesteld, van wie er 693 zijn overleden.