De Raad deed onderzoek naar een ongeluk met het containerschip MSC Zoe. In de nacht van 1 op 2 januari vorig jaar verloor dat schip 342 containers, met in totaal 3 miljoen kilo lading. Veel brokstukken en spullen spoelden aan op de Waddeneilanden en de kust van het Groningse en Friese vasteland. De containers sloegen overboord door de noordwesterstorm en hoge golven. Die stelden de containers, het schip en de sjorsystemen bloot aan „extreme krachten”.

De kans is groot dat zo’n incident opnieuw gebeurt, zegt de Onderzoeksraad. Die adviseert om bij noordwesterstorm het gebruik van de zuidelijke route boven de Waddeneilanden langs te beperken. Nederland kan daarover afspraken maken met Duitsland en Denemarken, die ook aan de Waddenzee liggen. Bovendien kan de Kustwacht misschien meer bevoegdheden krijgen om containerschepen te begeleiden.

Boven de Waddeneilanden is op de Noordzee ook nog een noordelijkere route voor vrachtschepen. De Zoe voer over de zuidelijke route.

De Onderzoeksraad komt ook met een oproep aan de containerscheepvaart. Die zou afspraken moeten maken over normen voor sjormateriaal waarmee containers worden vastgemaakt. De kabels moeten bestand zijn tegen de krachten waar MSC Zoe mee te maken kreeg. Er was sprake van extreme slingerbewegingen door dwarsscheepse golven en zeewater dat met hoge snelheid tegen de containers sloeg.

Volgens OVV-voorzitter Jeroen Dijsselbloem is de beschermde status van het Waddengebied van doorslaggevend belang. „Het Waddengebied is een internationaal erkend natuurgebied. Om dit werelderfgoed te beschermen zou het voorzorgsprincipe leidend moeten zijn.”