Horeca had op meer gehoopt
Horeca-ondernemers zijn veelal niet geholpen met de „theoretische versoepelingen” van de coronabeperkingen die het kabinet heeft aangekondigd. Het loslaten van het maximumaantal gasten, met de 1,5 afstand in ogenschouw genomen, is voor een aantal grote hotels en restaurants en voor conferentieoorden een verbetering. Maar de kleinere zaken schieten met de aanpassingen niet zo veel op.
Dat zegt Dirk Beljaarts van brancheorganisatie Koninklijke Horeca Nederland (KHN) in een reactie op de persconferentie van premier Mark Rutte en minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge. Bij de KHN-directeur is eerder sprake van teleurstelling dan van blijdschap. „We hadden op iets beters gehoopt.”
Beljaarts legt uit dat kleinere zaken als cafés en restaurants nu al vaak niet aan de dertig gasten komen. De verhoging van het aantal toegestane bezoekers, met de 1,5 meterregels, betekent geen verbetering van de huidige situatie. De KHN-directeur wijst onder meer op de restricties op terrassen die zijn gebleven, ondanks de plaatsing van kuchschermen. Tafels mogen daardoor wel dichter bij elkaar, maar een groep bezoekers moet nog altijd op afstand blijven van elkaar. Hij snapt ook niet wat het verschil is met personen die bijvoorbeeld wel met zijn vieren in een auto mogen zitten.
Ook wijst Beljaarts op de versoepelingen die gelden voor de kermis en de braderie. „Daar mag je dus wel met een drankje staan, maar op het terras moet je blijven zitten. Het is moeilijk om niet ondankbaar over te komen”, zegt hij.
KHN had graag gezien dat horeca-ondernemers perspectief geboden zouden krijgen. Veel ondernemers staan volgens de organisatie voor belangrijke beslissingen zoals investeren of het eventueel verkopen van de zaak. Als voorbeeld van hoe het ook kan wijst hij naar de situatie in Vlaanderen waar een hele route tot het einde van het jaar is uitgestippeld, mits de virusontwikkeling dit toelaat.
Met het reces in politiek Den Haag voor de deur, vrees KHN een periode van weinig veranderingen. Daarbij zijn de maatregelen nu zo dat blij slecht weer veel zaken niet rendabel open kunnen. De brancheorganisatie blijft zijn signalen afgeven, zeker omdat in Nederland volgens KHN alleen gesproken wordt over wat niet kan en er geen ruimte is voor gesprekken over wat nodig is. „We gaan de komende dagen maar eens kijken wat wijsheid is”, besluit Beljaarts.