Absolute meerderheid voor partij Servische president
In Servië heeft de partij van president Aleksandar Vucic verpletterend de verkiezingen gewonnen. De rechtse Servische Progressieve Partij (SPP) vergaarde de absolute meerderheid bij de eerste parlementsverkiezingen in Europa in coronatijden. Na het tellen van 76 procent van de stemlokalen staat de partij op ruim 63 procent van de stemmen.
Dat percentage is goed voor ongeveer 179 van de 250 parlementszetels. Vucic sprak over een „historische overwinning” voor zijn partij. „We hebben meer dan twee miljoen van de 3,3 miljoen uitgebrachte stemmen gewonnen.”
De Socialistische Partij van Servië staat nu op elf procent van de stemmen en behaalt waarschijnlijk 30 zetels. Zij zit sinds 2012 in een coalitie met de SPP. De rechts-populistische Servische Patriottische Alliantie van Aleksandar Sapic is goed voor bijna vier procent en krijgt daarmee tien zetels. De opkomst lag tussen de 48 en 49 procent, vier jaar geleden bedroeg die 56 procent.
Door de coronacrisis moest de stembusronde, eigenlijk gepland voor eind april, worden verschoven. Kiezers konden mondkapjes krijgen bij stembureaus om te voorkomen dat zij besmet raakten of anderen besmetten.
Een deel van de oppositie boycotte de verkiezingen omdat die volgens hen toch niet vrij en eerlijk zouden verlopen. Vucic, die premier was voordat hij in 2017 president werd, trekt steeds meer macht in het Balkanland naar zich toe. Hij en zijn zakenvrienden controleren de meeste media.
Volgens waarnemers profiteert Vucic van het beeld bij kiezers dat de regering de coronacrisis goed heeft aangepakt. Een reeks maatregelen moet de economische klap voor de Serviërs verzachten. De meeste kiezers staan ook achter de plannen van de regering om lid te worden van de Europese Unie, en tegelijkertijd warme banden met Rusland en China te blijven onderhouden.