Syrische bevolking zit voorlopig nog met Assad opgescheept
Het waren een paar dagen geleden opmerkelijke beelden: Syrische burgers gingen de straat op en eisten het vertrek van president Assad. „We willen je niet”, riepen ze in koor. De betoging was bijzonder omdat die plaatsvond in Suweida, een stad die onder controle van de Syrische regering staat.
Het is de economische situatie die de Syrische bevolking wanhopig maakt. Nu de Syrische leider Assad de burgeroorlog bijna heeft gewonnen, probeert de Amerikaanse regering het land financieel te treffen. Dat gebeurt door een aantal sancties. Door de burgeroorlog lag het land al in puin en die situatie is door de coronacrisis nog een keer verscherpt. Het gevolg is een torenhoge inflatie die brood en groenten voor de gewone man amper betaalbaar maken. Om een zondebok aan te wijzen ontsloeg Assad onlangs zijn premier. Geholpen heeft dit amper want anders was de bevolking niet de straat op gegaan.
De situatie in Syrië zal nog verder verslechteren, want vanaf woensdag is in de Verenigde Staten de zogenaamde Caesar-wet in werking getreden. De wet is vernoemd naar ”Caesar”, de schuilnaam van een Syrische fotograaf die met 30.000 foto’s van doodgemartelde gevangenen de wereld op de hoogte stelde van Assads praktijken.
Door de wet zullen nog zwaardere sancties Syrië raken, die de prijzen voor de eerste levensbehoeften nog verder zullen opdrijven. Het is Washington erom te doen dat de Syrische bevolking zich van Assad afkeert. Sommige waarnemers stellen dat de economische problemen Assad sterker bedreigen dan de militaire aanvallen die het regime heeft getrotseerd.
Dat is nog maar de vraag. De Syrische dictator heeft diverse keren op de rand van de ondergang gestaan, maar steeds wist hij het vege lijf te redden. Van zijn bondgenoten Iran en Rusland mag Assad verwachten dat zij al het mogelijke zullen doen om hem financieel in het zadel te houden. Door de gedaalde olieprijzen zijn weliswaar hun financiële middelen aanzienlijk geslonken, anderzijds hebben ze jarenlang niet voor niets miljarden in Syrië geïnvesteerd. Rusland heeft met Syrië een goede basis in het Midden-Oosten. Iran grenst met Syrië direct aan aartsvijand Israël.
En dan is China als geldschieter nog een optie voor Assad. Sinds december zijn er besprekingen gaande met Chinese firma’s die de wederopbouw op zich willen nemen. Al voor de burgeroorlog was China een belangrijke handelspartner van China. Peking kan de Syrische havensteden Latakia en Tartous goed gebruiken voor de aanleg van de zogenoemde Nieuwe Zijderoute.
Als China Assad terzijde staat, zullen de Amerikaanse sancties niets uithalen. Moet Amerika de sancties dan schrappen en iemand handhaven die het bloed van zijn eigen burgers aan zijn handen heeft? Dat is geen optie. Het ziet ernaar uit dat de Syrische bevolking voorlopig nog met Assad zit opgescheept.