Gaswinning Groningen nog verder omlaag door zacht voorjaar
Door het aanhoudend zachte weer neemt de gaswinning in Groningen dit jaar nog verder af dan gedacht. Dat meldt verantwoordelijk minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat). In het huidige gasjaar, dat nog loopt tot en met september, wordt naar verwachting 9 miljard kubieke meter gas opgepompt uit het Groningenveld. In februari meldde Wiebes nog dat dit 10 miljard kuub zou zijn.
Voor dit jaar ging het kabinet voor het eerst uit van een winningsniveau onder de grens van 12 miljard kubieke meter die het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) adviseert om het risico op aardbevingen binnen de perken te houden. Het winningsniveau voor volgend jaar is vastgesteld op 9,3 miljard kubieke meter.
Het blijft de bedoeling dat de gaswinning uiterlijk medio 2022 helemaal stopt. Het kabinet besloot in maart 2018 dat dat de gaskraan in 2030 dicht zou gaan, maar het is gelukt om veel sneller alternatieven voor Gronings gas te vinden voor grootverbruikers in de industrie en voor huishoudens. Of het Groningenveld in 2022 al helemaal dicht kan, is nog onzeker. Mogelijk blijft het nog een tijdje nodig als „reservemiddel”, bijvoorbeeld bij koude winters.
De productie is volgens SodM nu al zo laag, dat de bevingen vooral worden veroorzaakt door de drukvereffening in het gasveld en nauwelijks worden beïnvloed door de winning. De toezichthouder stelt dan ook vast dat „de maatschappelijke ontwrichting niet kan worden verminderd door de gaswinning verder te verlagen”.
SodM wijst er verder op dat de versterking van huizen die door aardbevingen ernstig verzwakt zijn, flink achterloopt „op wat vereist is”. Daarom herhaalt de toezichthouder het advies voor een crisisaanpak om de snelheid er beter in te krijgen. Ook de Tweede Kamer drong daar vorige maand op aan.
Die aardbevingen in Groningen zijn volgens SodM het resultaat van zestig jaar gaswinning in deze provincie. Ook na de sluiting van het Groningenveld zullen de bevingen naar verwachting nog enige tijd doorgaan, stelt de toezichthouder. Niemand weet hoelang dat zal zijn.