Banken houden rekening met zware tweede jaarhelft
Het aantal verzoeken om hulp van banken om de coronacrisis is na een hausse in maart en april in iets rustiger vaarwater terechtgekomen. Toch willen de kredietverstrekkers zich niet rijk rekenen. Het is namelijke nog onzeker wat de gevolgen van de crisis voor klanten zijn na het aflopen van het tweede steunpakket van de overheid in oktober.
„We houden er rekening mee dat het in de tweede helft van het jaar zwaar zal worden”, zegt voorzitter Chris Buijink van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) in een gesprek met journalisten. „Het aantal aanvragen zien we afvlakken, tegelijkertijd zien we ook thema’s die ons gaan raken bij andere sectoren”,vervolgt hij. Buijink wijst op slinkende orderboeken waar de technologische industrie mee te kampen zal krijgen.
Nederlandse banken hebben sinds het begin van overheidsmaatregelen tegen het coronavirus aan 149.000 ondernemers en 31.000 consumenten hulp geboden, waarmee bij elkaar 15,2 miljard euro was gemoeid. Het grootste deel ging om uitstel van afbetalingen, maar ook om extra financiering aan duizenden bedrijven.
„We zagen in maart veel zorg en onrust, en er kwamen veel vragen en veel hulpverzoeken. Dat beeld is nu veel beter. Er is nu in ieder geval wat rust gecreëerd om een plan te maken om uit de crisis te komen”, zegt ABN AMRO-topman Robert Swaak daarover.
Volgens Swaak was de vraag naar extra krediet tot nu toe relatief beperkt. Tegelijkertijd moet dat „niet het beeld bepalen” van de rest van het crisisjaar. Nu zijn er immers nog steunmaatregelen waarbij de overheid tegemoet komt bij het betalen van salarissen, maar welk vervolg die in het najaar krijgen is onduidelijk.
Over de toenemende risico’s op wanbetaling in de komende kwartalen kan Swaak nog niets zeggen. „Ik denk dat we ontwikkelingen de komende maanden moeten afwachten. We hebben de instroom van steunvragen zien afvlakken.Tegelijkertijd is het zo dat je kunt verwachten dat in je in het tweede kwartaal extra voorzieningen moet nemen, maar dat is iets wat we allemaal nog moeten zien.”