Bijna helft Nederlanders wil graag een wolf tegenkomen
Bijna de helft van de Nederlanders (45 procent) zou graag eens een wolf in het wild tegenkomen. Een ruime meerderheid is niet van plan om natuurgebieden waar wolven voorkomen te mijden. Daarentegen laat 22 procent van de Nederlanders die gebieden liever links liggen. Ze zijn bang voor gevaarlijke situaties.
Dat blijkt uit een onderzoek dat Landbouwminister Carola Schouten heeft laten doen. Hetzelfde onderzoek is in 2021 al eens gedaan, toen er nog geen wolven in Nederland waren gevestigd. Het blijkt dat de wolf tegenwoordig voor 57 procent van de Nederlanders welkom is, terwijl dat in 2012 nog 45 procent was. Bijna een vijfde (18 procent) is tegenstander van de terugkeer van de wolf omdat er naar hun mening te weinig ruimte voor het roofdier is, omdat vee wordt aangevallen en omdat een wolf overlast en gevaar kan veroorzaken.
Volgens de onderzoekers weten Nederlanders relatief veel over de wolf. Maar veel minder bekend is hoe gevestigde wolven leven. Zo blijken de wolven op de Veluwe zich vrijwel alleen te voeden met wild dat daar leeft, terwijl veel mensen denken dat ze ook schapen en geiten opeten. De helft van de Nederlanders wil graag weten waar de wolven precies zitten en waar ze zich misschien kunnen gaan vestigen.
Omdat er recent veel te doen is geweest over een zwerfwolf in Brabant die tientallen schapen aanviel, wil Schouten in het najaar aanvullend onderzoek laten doen naar het draagvlak voor het dier. Ook schrijft zij aan de Tweede Kamer dat er nagedacht moet worden over maatregelen tegen wolven die zich vestigen in een ongewenst gebied.