Dat zei kapitein Gerrit Bakker van de kotter UK 48 tegen NPO Radio 1-programma Langs de Lijn en Omstreken. Volgens Bakker zaten er 26 mensen aan boord van een rubberboot die ronddobberde op een drukke vaarroute. Onder hen waren drie kinderen.

Bakker dacht eerst dat het om een sportbootje ging, vertelde hij tegen het radioprogramma. „Dan zie je mensen zwaaien, toen bleken het vluchtelingen te zijn.” De Urker kapitein vermoedt dat de migranten vanuit het Franse Calais de oversteek naar Groot-Brittannië probeerden te maken, maar uit koers raakten.

Op een zeezieke na, waren de meeste migranten aan boord er goed aan toe, zegt Bakker. De zieke opvarende nam hij aan boord. De kotter schakelde de Engelse kustwacht in, die de migranten uiteindelijk overnam. In afwachting van de kustwacht, bleef de kotter langszij het bootje drijven.

Volgens Bakker mocht hij op last van de kustwacht in principe niemand van de groep aan boord nemen. „Dat heeft denk ik met corona te maken”, legde hij uit.

De kapitein gaf de vluchtelingen wel eten en drinken.

„De geredde groep migranten heeft onuitsprekelijk veel geluk gehad. Het is een wonder dat ze bewaard zijn gebleven”, stelde Riekelt Bakker, de eigenaar van de Urker kotter. „Het is een heel drukke scheepvaartroute. Ook was het weer mooi.” Volgens Gerrit hing enkele uren ervoor nog een dikke mist in het Kanaal. Riekelt: „En al hadden ze maar windkracht drie of vier gehad, dan hadden ze het nooit overleefd. Nu was de zee spiegelglad. We hebben het bootje vastgemaakt aan de kotter. Ze konden gewoon langszij blijven dobberen.”

Gerrit liet weten geraakt te zijn door het incident. „Ik dacht altijd toch wat anders over vluchtelingen. Economische gelukszoekers en zo. Maar als je die mensen dan op zo’n vlotje ziet, met kleine kinderen… dat doe je niet zomaar. Het zet je toch aan het denken.”