Premier Johnson veroordeelt gewelddadig protest in Londen
De Britse premier Boris Johnson heeft de ongeregeldheden in Londen na een nieuwe middag van demonstraties tegen racisme veroordeeld. Rivaliserende actiegroepen, met ditmaal ook extreemrechtse betogers, raakten slaags met de politie. „Voor racistische gewelddadigheid is geen plaats in onze straten”, twitterde Johnson. Hij stelde personen die de politie aanvallen strafvervolging in het vooruitzicht.
De onrust nam aan het eind van de middag toe. De politie had opdracht geven alle demonstraties in de hoofdstad om 17.00 uur te beëindigen, maar dat verbod werd door velen genegeerd. Het liep onder meer bij Waterloo Station uit de hand. Er werd gegooid met vuurwerk en andere voorwerpen. Demonstranten slaakten onder meer de strijdkreet ’EDL’, de afkorting van de rechts-nationalistische English Defence League.
In Londen waren zaterdag zowel antiracismebetogers als tegendemonstranten op de been. Die laatste groep zei historische monumenten te willen beschermen. Relschoppers keerden zich uiteindelijk tegen de politie en bekogelden agenten onder meer op Parliament Square met flessen en blikjes. Blanke hooligans trokken ook op naar Hyde Park, waar een Black Lives Matter-betoging werd gehouden.
De Londense politie had volgens de media grote moeite de groepen uit elkaar te houden. Positief nieuws was er ook. Een man die door omstanders werd geïdentificeerd als een ultrarechtse demonstrant werd na in elkaar geslagen te zijn in veiligheid gebracht door een zwarte activist. Dat meldde een verslaggever van persbureau Reuters. De redder tilde het witte slachtoffer over zijn schouder en droeg hem, begeleid door politieagenten in gevechtstenue, weg.