Zelfbeproeving
Romeinen 7:25
„Ik dank God door Jezus Christus, onze Heere.”
Paulus dankt God en Christus, dat er geen verdoemenis voor hem is. Zie of datzelfde bij u gevonden wordt. Beschuldigt u zichzelf en houdt u de wet voor goed als u struikelt? Kunt u zeggen dat u vaak tegen de zonde een oprecht voornemen hebt en het tegengestelde goed u voorneemt, voordat het kwaad u bezet? Wordt u zozeer door uw fouten gekweld dat u zichzelf ellendig oordeelt vanwege die zonde en het lichaam des doods dat de wortel en bron van die ongerechtigheden is? Is er binnen u een partij die zich tegen de zonde kant, die de oprechte weg wenst te zijn, en die in haar element is wanneer zij wandelt op de weg des Heeren?
Indien u op deze vragen een bevestigend antwoord geven mag, staat het goed met u. Een goede hulp tegen de overheersende kracht van de zonde is dat men vastkleeft door het geloof aan Christus. Dat geloof, zoals het een begeerlijk deel der heiligmaking, een aanmerkelijk stuk van gelijkvormigheid met Gods wil, en zéér dienstbaar is aan Gods oogmerk in het Evangelie.
William Guthrie, predikant te Fenwick
(”Des christens grote interest”, 1668)