‘Heel dicht bij akkoord in pensioenoverleg’
In het pensioenoverleg hangt een akkoord in de lucht. „We zijn er heel dicht bij”, liet werkgeversvoorman Hans de Boer weten voorafgaand aan het vervolg van de onderhandelingen op vrijdagmiddag. „We moeten er vandaag een klap op kunnen geven.”
Eigenlijk is er op hoofdlijnen al overeenstemming tussen vakbonden, werkgevers en kabinet, geeft de voorzitter van ondernemersorganisatie VNO-NCW aan. Op tafel ligt nog wel de vraag hoe het financiële gat bij een overgang naar het nieuw pensioenstelsel precies overbrugd moet worden. „Dit zijn vaak technische berekeningen.” Ook wordt er nog gepraat over de dreigende kortingen bij pensioenfondsen.
Volgens de werkgevers zou de regeling die minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken vorig jaar aankondigde om kortingen op korte termijn te voorkomen het beste nog met een jaar verlengd kunnen worden. Dan hoeven mensen in de huidige coronacrisis in ieder geval niet bang te zijn voor pensioenverlagingen. Maar of Koolmees hiertoe bereid is, is nog niet zeker. „Je hebt pas een deal als je over alle onderwerpen een deal hebt”, verklaart De Boer.
Haagse bronnen bevestigden eerder deze week dat het kabinet erover nadenkt om pensioenkortingen opnieuw te voorkomen. Voor het kabinet is het belangrijk dat er snel afspraken worden gemaakt, om te voorkomen dat het uitwerken van het akkoord in de wet pas na de Haagse zomerstop van start kan gaan.
Vakbondsvoorzitter Han Busker van FNV zegt dat er nog een „paar knelpunten” zijn waarover wordt onderhandeld. „Het is geen eenvoudige opdracht”, benadrukt hij. „Maar we hopen nu stappen te zetten.” Als er vrijdag inderdaad een deal wordt gesloten, zal FNV de plannen in de loop van volgende week met de eigen achterban bespreken. Dan zou het akkoord volgende week vrijdag behandeld kunnen worden in het kabinetsoverleg.
Over een nieuw pensioenstelsel wordt al jaren onderhandeld. Vorig jaar bereikten vakbonden, werkgevers en kabinet een principeakkoord, maar dat moest nog wel worden uitgewerkt. De uitkeringen worden in ieder geval onzekerder en meer afhankelijk gemaakt van de prestaties van pensioenfondsen. Daardoor kunnen de pensioenen in goede tijden makkelijker verhoogd worden, en in slechte tijden makkelijker verlaagd.
Eerder dit jaar volgde een nieuwe doorbraak in de gesprekken toen het kabinet zich bereid verklaarde de zogeheten rekenrente los te laten. Die bepaalt hoeveel geld pensioenfondsen in kas moeten hebben om in de toekomst de beloofde pensioenen te kunnen betalen. Door de lage rentestand konden de afgelopen jaren de pensioenen vaak niet worden verhoogd.