‘Criminele burgerinfiltrant lokte drugshandel uit’
Volgens een prominente verdachte in een grote Friese drugszaak is de politie te ver gegaan met het inzetten van een criminele burgerinfiltrant. De 34-jarige man, Justin S., zou volgens het Openbaar Ministerie begin 2018 in contact met de infiltrant zijn gekomen. Dit vormde de start van een groot onderzoek.
De advocaat van Leeuwarder S. stelt dat bij de inzet van de infiltrant niet aan de vereisten is voldaan. Infiltrant A-4110 zou al in januari 2018 zijn „losgelaten”. Toen lag er nog geen verdenking tegen zijn cliënt. Volgens het OM was A-4110 pas vanaf april 2019 een criminele burgerinfiltrant. De advocaat wil dat het OM niet-ontvankelijk wordt verklaard. „Ik hoop dat de rechtbank kritisch naar de inzet kijkt.” Hij vermoedt dat de strafzaak een „proefkonijn” is voor het herintroduceren van de criminele burgerinfiltrant. De inzet daarvan geldt als een omstreden opsporingsmiddel.
De verdachte en A-4110 kwamen elkaar in januari 2018 tegen in Leeuwarden. Ze kenden elkaar al jaren. Doe jij nog wel eens wat, zou de verdachte hebben gevraagd. Volgens A-4110 werd er gedoeld op drugshandel. Hij stapte naar de politie. „Daarop is hij met goedkeuring van de politie een eigen onderzoekje begonnen”, aldus de raadsman. A-4110 zocht steeds contact, stelt de verdachte. „Ik ben gepusht. Ik heb nooit wat met drugs te maken gehad. Door hem zit ik hier nu. Hij heeft dit gecreëerd. Het is absurd.”
Negen verdachten, acht Friezen en een Fin, verschijnen vrijdag voor de rechtbank in Leeuwarden voor een inleidende zitting. Een aantal is lid van de motorclubs Hells Angels en Red Devils.