”Dan Brown van Lage Landen” mist finesses
Voor zijn ”fact fiction” laat thrillerauteur Jeroen Windmeijer zich graag inspireren door Dan Brown. Hem aanduiden als de ”Dan Brown van de Lage Landen” is echter wat veel van het goede.
„Hoc est corpus meum”, prevelt de apostel Paulus te midden van een bloedstollende scène in een Romeins amfitheater. De woorden van de Heere Jezus tijdens Zijn laatste avondmaal zullen christenen bekend in de oren klinken. In ”Het Pauluslabyrint” krijgen ze echter een heel andere betekenis.
Het is kenmerkend voor het werk van Jeroen Windmeijer. De Leidse auteur scoort al enkele jaren met thrillers waarin oude godsdiensten en lokale geschiedenis de ingrediënten vormen van een explosief avontuur. De combinatie van feit en fictie tegen het inspirerende decor van de oudste universiteitsstad van Nederland leverde Windmeijer de titel ”Dan Brown van de Lage Landen” op – een verwijzing naar de Amerikaanse thrillerauteur die wereldfaam verwierf met ”De Da Vinci Code”. Dat op die aanduiding wel wat valt af te dingen, maakt ”Het Isisgeheim” eens temeer duidelijk.
Als in het Leidse Rijksmuseum van Oudheden een grote tentoonstelling over Egypte wordt voorbereid, doet de hoofdconservator een heel bijzondere ontdekking: een gouden beeldje van de godin Isis –het pronkstuk van de tentoonstelling– bevat een recept voor een bewustzijnsverhogend middel. Al eeuwenlang zoeken groeperingen naar zo’n recept, dat de mensheid voorgoed kan veranderen. De ontdekking maakt dan ook geheime krachten wakker die alles op alles zetten om het recept in handen te krijgen. Daarbij wordt geweld niet geschuwd. Het brengt de hoofdconservator en haar directe collega in een benarde situatie. Ziedaar de inhoud van ”Het Isisgeheim” in een notendop.
Kenmerkend patroon
De insteek van Windmeijers nieuwste thriller volgt een voor de auteur kenmerkend patroon. De godsdienstleraar uit Leiden combineert een duizelingwekkende mix van feit en fictie op voor hem en zijn lezers bekend terrein. Het levert een leesbaar en herkenbaar verhaal op in het ”fact fiction”-genre, met noties en dogma’s uit diverse heidense godsdiensten die de verhalen mysterieus en geloofwaardig maken. Windmeijer laat ermee zien goed te zijn ingevoerd in de wereldreligies en tal van godsdiensten die door de eeuwen heen volgelingen in hun greep hielden. Door de raakvlakken tussen die godsdiensten uit te vergroten en de gemene delers te distilleren, slaagt hij erin een aannemelijk en boeiend verhaal neer te zetten. En passant klinkt er echter een typisch postmodern geluid: alle godsdiensten baseren zich in de kern op dezelfde oude mythen en legenden. Zo wordt het christendom in ”Het Pauluslabyrint” afgeschilderd als een geciviliseerde doorontwikkeling van het mithraïsme.
”Het Isisgeheim” typeert de religieuze zoektocht door de eeuwen heen als een typisch universeel fenomeen. Daarmee zet Windmeijer fundamentele noties van het christelijk geloof op de helling. Lezers krijgen immers indirect de boodschap mee dat alle godsdiensten gelijk zijn en dat het christendom de som is van elementen uit veel oudere godsdiensten. Godsdienstige verhalen, die opvallend vaak naar het christendom verwijzen, moeten volgens Windmeijer in een veel breder perspectief worden bezien. „Als je uitgaat van een allegorische betekenis (van godsdienstige verhalen, PB) geef je ieder de ruimte om zijn eigen betekenis aan het verhaal te geven”, zei de auteur daarover enkele jaren geleden in een interview op bol.com.
De combinatie van gemene delers in wereldgodsdiensten met voorwerpen die de lokale geschiedenis en wereldgeschiedenis bijna tastbaar maken, blijkt te voorzien in een behoefte. In de afgelopen jaren verschenen in hoog tempo thrillers van Windmeijer, die op veel belangstelling konden rekenen. De vergelijking met bestsellerauteur Dan Brown was snel gemaakt – niet het minst vanwege de thematiek en de geraffineerde mengeling van feit en fictie. Windmeijer bedient zich bovendien van dezelfde methode als zijn inspirator: door een verhaal binnen een tijdsbestek van 24 uur te laten afspelen, wordt hij gedwongen de vaart erin te houden. Daardoor volgen gebeurtenissen elkaar in hoog tempo op, met de bedoeling om lezers tot op het laatste moment te boeien.
Lange citaten
De werkwijze van Windmeijer ten spijt kan ”Het Isisgeheim” echter nauwelijks boeien. De inspirerende insteek van het Isisbeeldje biedt alle ruimte voor een adembenemend verhaal, maar echt spannend wordt het nooit. De vele uitleg in de vorm van monologen en dialogen en lange citaten van Wikipedia spelen daarbij een belangrijke rol: de droge beschrijvingen –die ook in eerdere thrillers een grote plaats innamen– inspireren niet en halen de vaart uit het verhaal.
De ontluikende romantiek tussen de hoofdpersonen, die aan het einde van het boek culmineert in een expliciete vrijpartij onder invloed van een ”Isispilletje” –en zelfs resulteert in een zwangerschap– doet bovendien bevreemdend aan. Tegelijkertijd is de scène in zekere zin veelzeggend: een goed verhaal hoeft geen seksscènes te bevatten om van begin tot eind te boeien.
Het laat maar zien dat de boeken van Windmeijer ondanks hun originele –en bij tijden– leerzame insteek niet het niveau halen van Amerikaanse ”fact ficton” als ”Oorsprong” en ”Het Bernini Mysterie”. De titel ”Dan Brown van de Lage Landen” is zo bezien een te groot compliment, dat hoge verwachtingen schept, die Windmeijer helaas niet waarmaakt.
Boekgegevens
Het Isisgeheim, Jeroen Windmeijer; uitg. HarperCollins; 336 blz.; € 21,99