Brussel wil per 1 juli bepaalde niet-EU-burgers toelaten
De Europese Commissie stelt voor het EU-inreisverbod voor mensen van buiten de unie wegens de coronacrisis, per 1 juli gedeeltelijk, geleidelijk en gecoördineerd op te heffen.Tot die tijd moet de EU dicht blijven voor niet-essentiële reizen uit niet-Europese landen. De commissie roept daarbij de lidstaten van de Schengenzone, die 26 Europese landen omvat en waarin vrij kan worden gereisd, op hun grenscontroles op 15 juni te stoppen.
Het dagelijks EU-bestuur is er niet voor om alle reisbeperkingen voor niet-EU-inwoners in een keer te schrappen omdat de gezondheidssituatie in sommige landen buiten Europa nog „kritisch” is. De lidstaten, die hierover beslissen, moeten dit wel goed coördineren en op elkaar afstemmen. De commissie stelt voor een lijst op te stellen van landen waarvoor het inreisverbod kan worden opgeheven. Daar kunnen wat haar betreft meteen per 1 juli Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Noord-Macedonië en Servië opgezet worden, omdat „hun epidemische situatie gelijk is aan of beter is dan in de EU.”
EU-commissaris Ylva Johansson (Binnenlandse Zaken): „Internationaal reizen is de sleutel voor toerisme en zaken, en voor familie en vrienden om weer met elkaar te verbinden. We moeten allemaal voorzichtig blijven maar de tijd is gekomen om concrete voorbereidingen te treffen om de reisbeperkingen op te heffen voor landen met een vergelijkbare situatie en weer visa te gaan verstrekken.”
De commissie wil een uitzondering voor studenten en hoogopgeleide ‘onmisbare’ werknemers uit niet-EU-landen die nog in de ban blijven.
Veel lidstaten stelden in maart controles in, en sloten hun grenzen voor niet-essentiële reizen. Veel landen hebben 15 juni eerder al als datum voor heropening van de grenzen met andere EU-landen gegeven. Spanje en Portugal willen dat echter 30 juni pas en Denemarken wil er de hele zomer nog niet aan. Volgens Johansson is er om gezondheidsredenen geen reden om de interne grenzen nog langer gesloten te houden.