Bosnië niet klaar voor berechting oorlogscriminelen
Bosnië-Herzegovina is niet klaar om verdachten van het Joegoslavië-tribunaal in eigen land te berechten.
Dat heeft de plaatsvervangend hoge vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap voor Bosnië, Bernard Fassier, in een brief aan president Meron van het VN-hof in Den Haag laten weten, zo deelde de griffie van het tribunaal donderdag mee.
Ambassadeur Fassier acht het momenteel zelfs onwenselijk dat van oorlogsmisdaden verdachte mensen worden teruggestuurd naar Bosnië om daar berecht te worden. Voor januari 2005 heeft het land geen mogelijkheden om processen te voeren die voldoen aan internationale juridische standaarden, meent de diplomaat. Mochten er verdachten worden gestuurd, dan kan dit zelfs vertragend werken op de pogingen om die mogelijkheden wel te creëren.
De aanklagers van het tribunaal hadden rechters in Den Haag gevraagd de zaak tegen de Bosnische Serviërs Mejakic, Gruban, Fustar en Knezevic terug te verwijzen naar een hof in Bosnië. Zij zouden zich schuldig hebben gemaakt aan misdaden begaan in de kampen Omarska en Keraterm, maar geen „grote vissen” zijn.