Binnenland

Onderzoeker chloroquine verwacht meer van andere middelen

De leider van het stilgelegde Nederlandse onderzoek naar chloroquine en hydrochloroquine verwacht dat andere medicijnen beter zullen werken tegen het coronavirus. „Het werd duidelijk geen homerun”, zegt hoogleraar interne geneeskunde en infectieziekten Andy Hoepelman van het UMC Utrecht.

ANP
10 June 2020 16:46Gewijzigd op 16 November 2020 19:31

Hoepelman ziet zijn gestaakte studie geen doorstart maken. Alleen al niet om de praktische reden dat hij voor gedegen onderzoek 950 patiënten nodig zou hebben, waarvan de ene helft chloroquine of hydrochloroquine zou krijgen en de andere helft niet. „De afgelopen weken zijn er nauwelijks nog ziekenhuisopnames. De aantallen zijn gewoon te klein, het lukte al niet om voor de eerste fase 300 patiënten te vinden.” Woensdag werden vijf nieuwe patiënten gemeld.

Als arts is Hoepelman blij dat de epidemie een heel eind is ingedamd. „Als onderzoeker vind ik het natuurlijk jammer.” Mocht er een volgende golf van infecties komen in Nederland, dan zal de overheid snel maatregelen nemen om de verspreiding van het virus in te dammen, verwacht de onderzoeker. Hij heeft nog gekeken naar de optie om het onderzoek in Canada of Mexico voort te zetten, maar dat bleek praktisch gezien niet haalbaar.

„We moeten nu wachten tot de kruitdampen zijn opgestegen”, zegt Hoepelman. „Het is nog wachten op onderzoeksresultaten uit China, waar patiënten met chloroquine zijn behandeld. China heeft daarover nog niks laten zien. Maar het zou me verbazen als de resultaten daar heel anders zijn dan in Europa.”

De middelen bestaan al lang en werden in de eerste plaats tegen malaria ontwikkeld. Een definitief antwoord op de vraag of coronapatiënten er baat bij kunnen hebben, heeft het onderzoek niet opgeleverd. Daarvoor was het aantal patiënten te beperkt. Het team moet de data nog analyseren, maar de hoogleraar denkt inmiddels dat andere middelen beter zullen aanslaan dan chloroquine en hydroxychloroquine. Bijvoorbeeld remdesivir, een middel dat onder meer aan ebolapatiënten wordt gegeven. „De eerste studies zijn veelbelovend, zeker bij patiënten die nog milde symptomen hebben.”

Ook een onderzoek in Nijmegen naar het gebruik van bestaande virusremmers kan volgens Hoepelman interessante resultaten opleveren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer