Omdat de verdachte tot nu toe gebruikmaakt van zijn zwijgrecht, is het volgens officier van justitie R. Lambrichts moeilijk om een beeld van zijn geestelijke gesteldheid te krijgen. Daarom vroeg hij om onderzoek in het PBC, de observatiekliniek van justitie.

De zaak kwam donderdag op de eerste zitting nog niet tot een inhoudelijke behandeling. Wel is duidelijk dat het openbaar ministerie Samir A. concreet verdenkt van het voorbereiden van aanslagen op overheidsgebouwen zoals de Tweede Kamer, de kerncentrale in Borssele, de luchthaven Schiphol, het ministerie van Defensie en het gebouw van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD).

Bij de doorzoeking van A.’s huis vond de politie onder meer plattegronden van deze gebouwen. Die waren voorzien van aantekeningen over bijvoorbeeld bewaking en een eventuele noodzaak voor het gebruik van een auto. Zo meldt de tekst dat het Binnenhof niet is te bereiken; „alles is door uit de grond stekende palen afgesloten.”

Ook vond de politie in de woning twee patroonhouders voor automatische wapens, een flesje gevuld met verdachte stoffen en voorzien van bedrading, een kogelwerend vest, een nachtkijker, ammoniak en zoutzuur. De vondst van de spullen was voor de overheid reden om een terreuralarm af te kondigen.

Officier Lambrichts meldde ook de vondst van een met de hand geschreven testament van Samir A… Daarin staat dat hij wil dat zijn pasgeboren kind wordt opgevoed in de geest van de jihad, de heilige oorlog. Lambrichts noemde het „opmerkelijk, zelfs zorgwekkend” dat Samir A. op zijn leeftijd een testament schrijft.

„Er ontstaat een indruk van een jongeman die kennelijk recht op zijn doel afkoerst, namelijk het uitvoeren van een aanslag”, aldus Lambrichts. „Hij staat op een volwassen manier in het leven en komt onverschrokken en fatalistisch over. Gerelateerd aan zijn leeftijd is hij met dingen bezig die daar niet bij passen.” De officier noemde de activiteiten van S. „staatsgevaarlijk.”

Het OM onderzoekt nog of Samir A. handlangers heeft gehad bij zijn voorbereidingen voor aanslagen in Nederland. Het is nog niet duidelijk of dit iets oplevert.

Volgens officier Lambrichts is het de tweede keer in korte tijd dat Samir A. is aangehouden voor het voorbereiden van terroristische daden. Hij vreest dat de verdachte verder zal gaan met zijn voorbereidingen voor aanslagen als hij op vrije voeten komt. De rechters gingen daarin mee, ze vinden de verdenkingen tegen A. te ernstig om hem vrij te laten.

De politie arresteerde Samir A. op 30 juni voor mogelijke betrokkenheid bij een gewapende overval op een Edah-supermarkt in Rotterdam. Bij deze supermarkt had A. een baantje.

Volgens de advocaten van A. is er nauwelijks bewijs voor de aanklachten. De in beslag genomen voorwerpen zeggen niets, menen ze. „De goederen steken schril af bij de door het OM genoemde doelen.” Het kogelwerende vest wilde A. volgens hen verkopen aan medewerkers van de Edah waar hij werkte. Volgens mr. V. Koppe speelt zijn islamitische achtergrond A. parten. „Een Nederlander met zulke spullen in huis wordt niet vervolgd.”

De advocaten van A. zien niets in een onderzoek in het PBC. Zij vinden dat er geen aanwijzingen zijn dat hun cliënt een geestelijke stoornis heeft. Samir A. zei tijdens de zitting zelf ook dat hij op geen enkele manier wil meewerken aan een onderzoek in het PBC en dat hij zolang het onderzoek duurt, zal blijven zwijgen.

De zaak is voor maximaal drie maanden aangehouden.