Wall Street zet opmars voort
De aandelenbeurzen in New York zijn maandag met stevige plussen geëindigd. Handelaren op Wall Street waren positief gestemd nu de Amerikaanse economie steeds verder opengaat na de lockdowns vanwege de corona-uitbraak. De S&P 500 heeft nu alle koersverliezen van dit jaar weer weggepoetst.
De Dow-Jonesindex sloot 1,7 procent hoger op 27.572,44 punten. De breed samengestelde S&P 500 kreeg er 1,2 procent bij op 3232,39 punten en techbeurs Nasdaq steeg 1,1 procent tot 9924,75 punten.
De Amerikaanse koepel van centrale banken begint dinsdag aan zijn tweedaagse vergadering. De rente blijft naar verwachting onveranderd, maar Fed-voorzitter Jerome Powell kan mogelijk wel meer steunmaatregelen aankondigen tegen de crisis. Beleggers zullen ook aandacht hebben voor eventuele opmerkingen over de impact van de virusuitbraak op de grootste economie ter wereld.
Bedrijven die hard geraakt werden door de coronacrisis stijgen opnieuw hard. Cruiserederijen als Carnival en Norwegian Cruise Line dikten tot 19,8 procent aan. Luchtvaartondernemingen als United Airlines, Delta Air Lines en American Airlines kregen er tot haast 15 procent bij. Ook vliegtuigbouwer Boeing (plus 12,2 procent) deed het goed.
Ook de oliesector kan op belangstelling rekenen nu oliekartel OPEC en bondgenoten als Rusland afgelopen weekeinde hebben ingestemd met een verlenging van de productiebeperking van olie tot eind juli. Olieproducenten als ExxonMobil en Chevron stegen tot 3,1 procent. Oliedienstverleners als Schlumberger, Halliburton en Baker Hughes noteerden plussen tot 12,9 procent.
Biotechnoloog Gilead Sciences stond 0,3 procent in het groen. De Britse farmaceut AstraZeneca zou het Amerikaanse biotechnologiebedrijf benaderd hebben voor een fusie, maar Gilead zou geen interesse hebben gehad.
Verfproducent PPG Industries maakte een reorganisatie bekend om de kosten te drukken. Het aandeel daalde 0,5 procent. Automaker Fiat Chrysler steeg 3,6 procent na berichten dat de Europese Commissie de fusie met PSA niet zonder meer goedkeurt.
De euro was 1,1294 dollar waard, tegen 1,1299 dollar bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie kostte 3,6 procent minder op 38,12 dollar. Brentolie werd 3,7 procent goedkoper op 40,74 dollar.