Column: Diversiteit moeten we koesteren
Een gezond lichaam kenmerkt zich door diversiteit. Wanneer we ademhalen, dan doen we dat, als we gezond zijn, rustig en ontspannen, zo’n vijftien tot zestien keer per minuut. Maar iemand die tegen een berg op fietst, heeft zo een ademhaling met een dubbele frequentie.
Dat is heel anders bij iemand met bijvoorbeeld ernstig astma of Covid-19. Die heeft in rust misschien een ademhaling van veertig keer per minuut, maar hij of zij zal bij inspanning nog steeds dezelfde ademfrequentie houden.
Zo is het ook met onze hartslag. Bij gezonde mensen is tijdens de slaap de hartslag zo’n vijftig of zestig slagen per minuut, maar wanneer je moet sprinten om de trein te halen, zit je zo op 170. Iemand met een zieke hartspier zit echter voortdurend op dezelfde frequentie, het gaat niet omhoog en niet omlaag. Die variabiliteit en diversiteit zijn dus een teken van gezondheid.
Diversiteit is kennelijk belangrijk om gezond te blijven. Diversiteit is ook in de dierenwereld goed zichtbaar. Bij oppervlakkige beschouwing lijken alle zebra’s precies hetzelfde, maar als je goed kijkt, zijn er enorm veel verschillen in al die streeppatronen te onderscheiden.
En het is in de mensenmaatschappij niet anders. Het is opvallend dat er op deze wereld miljarden mensen leven, maar dat er geen twee precies hetzelfde zijn. Ontelbaar zijn de variaties in lengte, in gelaatskenmerken, in de vorm van de ledematen enzovoort. De tandarts kan al zijn patiënten uit elkaar houden alleen al door de vorm en de stand van hun tanden en kiezen.
Diversiteit komt ook tot uiting in de talenten van mensen. Er zijn mannen en vrouwen, totaal verschillend. Er zijn denkers en doeners, volledig verschillend in interesses. Zeeuwen zijn heel anders dan Friezen en je kunt een Europeaan niet vergelijken met een Afrikaan. En om nog een stap verder te gaan: we hebben rijken en armen, grootgrondbezitters en daklozen, bestudeerde mensen en zwakbegaafden, de verschillen zijn eindeloos.
In de maatschappij leiden verschillen nogal eens tot problemen. De dood van George Floyd en de daaropvolgende wereldwijde demonstraties leggen diepgewortelde gevoelens van mensen over verschillen bloot. De ene groep voelt zich superieur aan de andere, met rellen, onlusten en soms hele oorlogen tot gevolg. Ook in Nederland maakt het bij je sollicitatie vaak uit of je gekleurd bent of blank. Maar net zoals in ons lichaam en in de natuur zijn verschillen juist gezond! Wees er blij mee en koester ze, want als ze verdwijnen, slaat de ziekte toe.
In de maatschappij kunnen we verschil maken tussen een ‘groep’ en een ‘team’. Een groep kun je je voorstellen als mensen die samen in de lift staan. Ze gaan allemaal naar boven, maar ze staren voor zich uit en hebben weinig met elkaar van doen. Een team kun je je voorstellen als mensen die samen in een lift staan die is vastgelopen. De een stelt de ander gerust, iemand belt de brandweer, de een klimt op de rug van de ander om het luik boven in de liftcabine te openen. Ze helpen elkaar en iedereen gebruikt zijn of haar eigen talenten om uit de benarde situatie te komen.
De verschillen binnen een team zijn dus heel nuttig en nodig. Heel veel onderzoek laat zien dat een team met veel diversiteit veel betere prestaties levert dan een heel homogene groep.
In de kerk kunnen we daar ook nog wel wat van leren, denk ik soms. Daar beoordelen mensen elkaar op allerlei kenmerken en o wee, als je buiten de boot valt. Dan hoor je er soms eigenlijk niet bij… Wat hebben we ook daar elkaar nodig, in alle geledingen van de gemeente: oud en jong, mannen en vrouwen, denkers en doeners, de koplopers en de volgers. Wat is het mooi als we allemaal van één Geest, maar van verschillende bloedgroepen zijn. Als we allemaal zo op elkaar gaan lijken, is dat geen teken van gezondheid. Koester de verschillen en zet ze in. Doe er wat mee, God heeft ze gegeven!
De auteur is hoogleraar kinderlongziekten.