De week van Femke
Nederland staat een weeklang in het teken van betogingen tegen racisme. En van de feilen van Femke.
De verontwaardiging is groot. De zwarte George Floyd uit de Amerikaanse stad Minneapolis overlijdt als een blanke agent minutenlang een knie op zijn nek zet. De gewelddadige dood leidt tot woedende protesten. Rellen. Plunderingen.
Ook in Nederland is de ophef groot. Burgemeester Halsema van Amsterdam mengt zich onder de demonstranten op de Dam. Opzichtig. Mét protestbutton, zonder mondkapje. Meer activist dan burgemeester. De demo is té belangrijk om aan banden te leggen. Nationale crisis of niet.
De lokale autoriteiten laten zich overrompelen door de toestroom van duizenden dichtopeengepakte demonstranten. Betogers negeren de 1,5 metervoorschriften, de burgemeester grijpt niet in. Het kan niet meer. Zegt ze. Wat ze wel heeft gedaan, blijft onduidelijk.
IJlings zoekt de burgemeester, zélf verantwoordelijk voor openbare orde en veiligheid, ruggesteun bij minister Grapperhaus. Later kan heel Nederland meegenieten van de clash in hun appwisseling.
Komende woensdag velt de gemeenteraad van Amsterdam een oordeel over haar optreden. De burgemeester, die de schuld bij iedereen zoekt behalve bij zichzelf, krijgt daar nog een harde dobber aan.
Eén ding heeft Halsema bereikt. De aandacht voor racisme tegen zwarten is volledig verschoven naar haar persoon.