Wat de coronacrisis betekent voor studenten
De coronacrisis gooide het onderwijs op zijn kop. Welke gevolgen hebben de gesloten collegezalen voor studenten? Hangt vertraging velen boven het hoofd? Loopt hun studieschuld op doordat bijbaantjes stillagen? „Door weer thuis te gaan wonen, bespaar ik geld.”
Op de balkons drogen schoongewassen lakens. Barbecues en tuinstoelen wachten op zonnige zomerdagen. Binnen volgen bewoners colleges en maken ze tentamens. Het pand van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), pal naast de studentenflats, ligt er verlaten bij.
Eileen Mennink is druk bezig haar spullen naar beneden te sjouwen. De student social work heeft haar kamer op de campus opgezegd. „Nutteloos, ik ben toch nooit meer in Ede”, zegt ze terwijl ze een vuilniszak in een van de containers laat glijden. Haar stage bij een ggz-instelling in Ermelo is vanaf haar ouders goed te bereizen. Terugkomdagen zijn online. „Door weer thuis te gaan wonen, bespaar ik ook nog eens geld.”
Terug naar thuis nu de lessen in Ede niet doorgaan? Daniël Westerhof, die net op de fiets springt, schudt het hoofd. Niet zijn keuze. De eerstejaarsstudent human resource management (hrm) woont sinds een week op de campus. „Hier heb ik mijn contacten en de studentenvereniging.” Zijn nieuwe kamer kost wel wat meer dan de vorige. En een bijbaan vinden is nog niet gelukt. „Er is nu niks te krijgen. Hooguit in de supermarkt. Maar ik ben 23, en ze nemen liever iemand van 16 aan.”
Jasmine Zekveld hoort van veel mensen die hun kamer opzeggen, maar wilde zelf het risico niet nemen. „Alleen maar gedoe om straks weer een nieuwe kamer te zoeken”, vindt de student bedrijfs- en consumentenwetenschappen aan Wageningen University. „En waar moet je je spullen laten? Afwisseling van omgeving vind ik juist lekker: soms hier, soms bij m’n ouders.”
Op kamers
Of studenten massaal hun kamer opzeggen nu ze in hun studentenstad geen lessen meer kunnen volgen? Die groep is beperkt, stelt Kences, het kenniscentrum studentenhuisvesting. „Ik vermoed dat dit vooral jongeren zijn die aan het einde van hun studie zitten”, zegt directeur Paul Tholenaars. Studenten die de coronatijd liever doorbrengen bij hun ouders, houden hun kamer meestal aan. „Opnieuw woonruimte vinden is niet in elke studiestad eenvoudig.”
Wel zijn volgens hem veel internationale studenten vertrokken naar hun land van herkomst. „Daardoor is er meer ruimte op de woningmarkt. Studenten die van plek willen wisselen of een kamer willen bemachtigen, grijpen nu hun kans.”
Huurders geven sporadisch aan door de coronacrisis zo krap bij kas te zitten dat ze hun studentenkamer niet kunnen betalen – zo’n 1 procent. Corporaties die bij Kences zijn aangesloten bieden in zo’n geval maatwerk, bijvoorbeeld de mogelijkheid om de huur later over te maken.
Geldnood
Ondertussen luidt de Landelijke Studentenvakbond al maanden de noodklok over studenten in geldnood, door bijvoorbeeld weggevallen bijbaantjes in de horeca. „Elke dag maken studenten de afweging: huur betalen, boodschappen doen of achterlopen op je zorgverzekering”, stelde voorzitter Alex Tess Rutten. Herkennen de studenten op de Edese campus dat beeld?
Voor Jasmine is de coronatijd voordelig, ondanks dat haar bijbaan –huiswerkbegeleiding op een middelbare school– stilligt. De afgelopen tijd bracht ze vooral bij haar ouders door. „Die kamerhuur voelt als geldverspilling. Maar ik bespaar wel op boodschappen en activiteiten van de studentenvereniging.”
Ook Rianne Modderkolk houdt geld over. „Ik keek net op mijn rekening en dacht: huh, hoeveel is dit?” lacht ze. Normaal gesproken leent ze „best wel wat” en is ze wekelijks op een terras te vinden. „Het leven is goedkoper geworden.” Haar vriendin Lisa de Paauw knikt. „Er zijn geen feestjes en festivals waar je je geld aan uitgeeft.” Al lukt het haar nu niet om een bijbaan te vinden. „In die zin wordt het leven straks misschien duurder.”
Ook Natasja de Vries en Jelle Mur besparen geld in coronatijd, vertellen de twee bij de ingang van de Edese studentenflat. Jelles bijbaan bij een activiteitenbureau voor kinderen lag tijdelijk stil, maar extra lenen was niet nodig. „De kamerhuur gaat gewoon door, maar je kon niet naar een cafeetje, de film of uit eten. Dat laatste deden we eerder bijna wekelijks”, lacht de student social work.
Zijn vriendin Natasja, die communicatie studeert, verlaagde haar lening zelfs. „Ik was veel bij mijn ouders, dus hoefde minder boodschappen te betalen. Even winkelen deed ik ook niet snel.” Ze wijst naar de naastgelegen sportschool. „Gelukkig hebben ze onze studentenkaart stopgezet. Fijn dat ze rekening houden met ons studentenbudget.”
Studenten zijn in coronatijd niet meer gaan lenen bij DUO, laat de dienst weten. Het totaalbedrag aan studieleningen daalde tussen februari en april licht – met nog geen procent. Geld dat studenten met terugwerkende kracht leenden, steeg iets. Voor een verklaring van die cijfers is het volgens de woordvoerder nog te vroeg.
Afgelaste stages
Tussen de studentenflats zit Kim Mulder te lunchen aan een picknicktafel. De student, die landschapsarchitectuur op Wageningen University doet, baalt. Ze zou na de zomer voor een halfjaar vakken volgen in het buitenland, maar heeft net gehoord dat de studietijd in Noorwegen niet doorgaat. „Als ik die een jaar verplaats, heb ik een halfjaar uitloop. Een minor in Nederland volgen wil ik liever niet.”
De coronacrisis zet niet alleen een streep door studeren over de grens, ook veel stages moesten stoppen. Natasja kent verpleegkundestudenten die hun stage halverwege moesten afbreken. „Ik hoorde dat die stages niet zijn goedgekeurd. Studenten moeten ze volgend jaar inhalen. Dan heb je geheid vertraging.”
In het mbo kregen enkele tienduizenden studenten te maken met afgelaste stages, vertelt Frank van Hout, waarnemend voorzitter van de MBO Raad. De gemiste praktijkervaring moeten jongeren later inhalen.
Afgelopen maanden mochten alleen mbo’ers die bijna een diploma hadden voor praktijkexamens naar school. Jongerejaars volgden vanaf half maart alleen onlineonderwijs. „Scholen bekijken nu hoe zij achterstanden van praktijklessen het beste kunnen inhalen. Bijvoorbeeld in de zomervakantie of tijdens het nieuwe schooljaar in de avonduren of het weekend.”
De MBO Raad pleit voor maatwerk. „Voordeel van digitale lessen is dat studenten die makkelijker kunnen inpassen in hun eigen schema”, zegt Van Hout. „Wat we zeker weten: er is de afgelopen tijd hard gewerkt. Maar wat betekent het onlineonderwijs voor de leeropbrengsten? Eerlijk is eerlijk, we moeten er rekening mee houden dat die minder zijn dan in de oude situatie.”
Vertraagde studies
De Vereniging van Universiteiten (VSNU) heeft nog geen zicht op de vertraging die studenten hebben opgelopen door de coronacrisis. Onderwijsinstellingen proberen dat volgens woordvoerder Bart Pierik te voorkomen door afgelaste activiteiten te plannen na 15 juni, als universiteiten weer deels open mogen. Eerste- en tweedejaars kunnen de schade vaak ook later in hun bachelor nog inhalen.
Voor Rianne en Lisa is het nog even afwachten of zij hun studie hrm bijtijds kunnen afronden. De CHE’ers deden hun afstudeeronderzoek op afstand in plaats van in een bedrijf. „Je moet het voor je gevoel meer alleen doen, zonder collega’s om je heen. En bewust hulp vragen als dat nodig is”, zegt Rianne. „Best pittig. Wel fijn dat ik nu niet een uur heen en terug hoef te reizen.”
Voor haar onderzoek valt ze terug op een klankbordgroep van medewerkers, die ze geregeld spreekt via Teams. „Het contact is weinig spontaan. Je moet het echt plannen.”
Lisa, die onderzoek doet naar werkstress, is blij dat ze al voor de coronatijd een enquête had afgenomen in haar stagebedrijf. Een brainstorm over oplossingen ging nu via Teams. „De implementatie is lastiger, omdat je niet echt in een organisatie zit. De vraag is nu of dit voldoende is.”
Je moet jezelf echt motiveren als je thuiszit, vindt ze. „Soms voelt het alsof je vakantie hebt. Maar de tijd gaat gewoon door en je deadlines blijven staan.”
Hoger onderwijs in spanning: komt buitenlandse student nog?
Hoeveel studenten beginnen in september aan een bacheloropleiding? Maandag was de uiterste aanmelddatum – door de coronacrisis een maand later dan gebruikelijk. Dat maakt een vergelijking met vorig jaar lastig, want de piek zit vaak vlak voor de deadline. De definitieve aanmeldcijfers worden woensdag bekend.
Vorige week lag het aantal aanmeldingen op universiteiten 1,5 procent hoger dan in dezelfde week vorig jaar. Hogescholen hadden volgens de laatste update twee weken geleden 13 procent minder inschrijvingen. Spannende vraag is vooral hoeveel internationale studenten er straks komen. Sommigen meldden zich al in de winter aan, maar een aanmelding is nog geen definitieve inschrijving. Die zijn pas half oktober bekend.
Een enquête van het Nuffic, een organisatie voor internationalisering in het onderwijs, schetste vorige week een somber scenario. Een kwart van de studenten buiten de EU denkt af te moeten zien van een studie in Nederland. Vooral financiële onzekerheid speelt een rol, evenals reisbeperkingen en het krijgen van een visum. Zo’n 36 procent van de potentiële studenten twijfelt nog over zijn aanmelding. Slechts een op de tien verkiest een onlinestudie in Nederland boven andere opties. Liever wachten mensen op fysiek onderwijs.
Een beperkte instroom vanuit het buitenland kan grote problemen opleveren voor de financiering van universiteiten, die mede afhangt van het aantal studenten. In bijvoorbeeld Maastricht komt meer dan de helft van de studenten uit het buitenland. De VSNU vindt het nog „te vroeg om te speculeren” over een financiële aderlating.