Binnenland

„Luchtkwaliteit is relatief verbeterd”

Nee, inwoners van gemeenten langs een snelweg hoeven zich niet zonder meer zorgen te maken over de luchtkwaliteit. Maar voor risicogroepen, zoals kinderen, mensen met aandoeningen aan de luchtwegen of ouderen, is luchtverontreiniging wel een factor van betekenis. Een speurtocht naar de vuiltjes in de lucht met twee deskundigen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM).

23 September 2004 10:42Gewijzigd op 14 November 2020 01:40
BILTHOVEN – Volgens dr. Flemming Cassee en dr. ir. Erik Lebret (rechts) is roken binnenshuis gevaarlijker voor de volksgezondheid dan de luchtvervuiling langs snelwegen. Foto Hans Roggen
BILTHOVEN – Volgens dr. Flemming Cassee en dr. ir. Erik Lebret (rechts) is roken binnenshuis gevaarlijker voor de volksgezondheid dan de luchtvervuiling langs snelwegen. Foto Hans Roggen

Eigenlijk gaat het de laatste jaren niet eens zo slecht met de luchtkwaliteit in Nederland, zegt dr. Flemming Cassee, hoofd toxische effecten luchtverontreiniging bij het RIVM. „In de jaren ’70 en ’80 was de lucht veel vuiler. In de industrie werd er nauwelijks op gelet welke stoffen in de lucht belandden. Van katalysators of roetfilters voor auto’s had nog niemand gehoord.”

Met de komst van nieuwe technieken om de uitstoot van schadelijke stoffen terug te dringen, nam echter ook de maatschappelijke aandacht voor luchtkwaliteit toe. „Bovendien laten nieuwe medische inzichten zien dat onder meer kinderen sterk kunnen reageren op vervuilde lucht”, aldus dr. ir. Erik Lebret, hoofd centrum voor milieugezondheidsonderzoek van het RIVM. „Overheden stellen daarom de limieten voor schadelijke stoffen in de lucht naar beneden bij.”

Volgens Lebret verklaart dat waarom instanties als de provincie Zuid-Holland aan de bel trekken over luchtverontreiniging. „Zolang de limiet net niet overschreden wordt, heeft een overheid geen probleem. Maar wordt de limiet voor een bepaalde stof gehalveerd, dan is de overschrijding ineens fors en wil een overheid direct maatregelen nemen.”

De onderzoekers menen dat de problematiek van luchtverontreiniging, waarmee onder meer Zuid-Holland te maken heeft, genuanceerd bekeken moet worden. Lebret: „Iemand die zich zorgen maakt over de lucht die zijn kinderen buiten inademen, maar zelf binnenshuis rookt, brengt de gezondheid van zichzelf en anderen veel meer schade toe dan luchtverontreiniging ooit zal doen.” Desondanks is het wel een factor van betekenis, met name bij de planning van nieuwe wegen en woonwijken.

Vorige week nog haalde de Raad van State bijvoorbeeld een streep door de verbreding van de snelweg A2. Cassee: „Fijn stof, afkomstig uit bijvoorbeeld dieselauto’s, slaat neer binnen enkele honderden meters van de snelwegen.” Lebret: „Dat betekent niet dat in die buurt per definitie niet gebouwd kan worden, maar het is niet aan te bevelen om er een school of bejaardencentrum neer te zetten.”

Maatregelen die overheden kunnen nemen tegen de vervuiling zijn daarnaast onder meer het verlagen van de maximumsnelheid. Cassee: „Als er langzamer gereden wordt, is de vervuiling minder. Dat geldt ook voor de doorstroming. Files zorgen gelijk voor een piek in de vervuiling.” Aanpassingen verrichten aan nieuwe auto’s helpt echter maar ten dele, vreest Lebret. „Auto’s zijn tegenwoordig al erg schoon. Toepassing van een roetfilter bij dieselvoertuigen of het rijden op LPG helpt maar een klein beetje. De meeste vervuiling wordt veroorzaakt door oudere voertuigen. Het is een kwestie van tijd tot die uit het straatbeeld zijn verdwenen.”

Wetenschappelijk bewijs dat het voorkomen van bepaalde luchtwegklachten rechtstreeks is toe te schrijven aan het toegenomen autoverkeer, is er overigens nog niet. Lebret: „Je kunt het echter ook omdraaien: De volksgezondheid wordt niet slechter van de toepassing van filters in auto’s. Het is net als bij de Kaapvaarders in de zeventiende eeuw. Die kregen scheurbuik omdat ze geen vitamine C binnenkregen. Dát wisten ze niet, maar wél dat het een gevolg was van het niet eten van fruit.”

Lebret en Cassee waarschuwen voor het trekken van al te vergaande conclusies uit de berichtgeving over luchtvervuiling. Lebret: „Het is niet zo dat we iedereen die naast een snelweg woont, aanbevelen om te verhuizen. Er spelen meer factoren een rol. Ik werd eens gebeld door een moeder uit het centrum van Amsterdam, die wilde weten of het risico’s opleverde wanneer ze zou verhuizen naar een wijk naast de snelweg bij Hoofddorp. Wat bleek: Haar kinderen speelden nu nog op straat, in het hartje van de stad. Ik heb haar verzekerd dat de kans dat ze daardoor een auto-ongeluk zouden krijgen vele malen groter was dan dat ze ziek zouden worden van de luchtvervuiling.”

Dit is het laatste deel van een serie artikelen naar aanleiding van berichten over de slechte luchtkwaliteit in negentien Zuid-Hollandse gemeenten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer