EU verdeeld over regels rijbewijs
Europese landen hebben grote moeite om de regels voor rijbewijzen op elkaar af te stemmen. Vooral Britten willen niet dat iemand hun ’levenslange rijbewijs’ aantast; in Nederland en veel andere EU-landen moeten mensen hun rijbewijs steeds tussentijds verlengen.
Een voorstel van de Europese Commissie ligt al een jaar op de plank. De verkeerscommissie van het Europees Parlement heeft de bespreking daarvan voor de tweede keer uitgesteld. Ditmaal tot begin 2005, verwachtte een parlementswoordvoerder woensdag. Enkele politici vrezen voor verzet van hun kiezers tegen een verplichte verlenging.
Nederland probeert de komende maand toch om de zaak in beweging te krijgen. Als huidig voorzitter van de Unie wil het een politiek akkoord bereiken tussen de 25 lidstaten. „Het is niet makkelijk, maar we willen geen tijd verliezen”, stelt een woordvoerder van de Nederlandse vertegenwoordiging bij de EU.
Europa telt ongeveer 200 miljoen burgers met een rijbewijs. Bijvoorbeeld de leeftijd om rijexamen te doen verschilt per land. Europees commissaris De Palacio wil dat gelijktrekken. Het voorstel houdt onder meer in dat zestienjarigen op een lichte motor mogen rijden, als een land dat toestaat. Een bus of vrachtwagen besturen mag vanaf 21 jaar. Voor brommers komt een apart rijbewijs, waartoe Nederland inmiddels al heeft besloten.
In heel Europa zouden rijbewijzen voor auto’s en motoren tien jaar geldig zijn (wat in Nederland al het geval is). Voor vrachtwagens en bussen wordt dat vijf jaar; Nederland hanteert nu tien jaar. Landen mogen medische keuringen verplicht stellen.
Onderdeel van het voorstel is ook om nieuwe rijbewijzen niet meer op papier te geven. Het wordt een plastic kaart met microchip, om fraude te helpen voorkomen.