Ook minder langdurige zorggebruikers overleden dan normaal
Ook onder mensen met langdurige zorg lag het aantal sterfgevallen in de week van 11 mei lager dan normaal. Dat melden onderzoekers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het is gebruikelijk dat na een piek in het aantal sterfgevallen - zoals recentelijk vanwege Covid-19 - een dal volgt. Eerder bleek dit ook al aan de hand te zijn met het totale sterftecijfer.
In de tweede week van mei overleden ongeveer 1030 mensen die zorg ontvingen op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz). Dat zijn er zo’n 150 minder dan een week eerder en 100 minder dan gebruikelijk is in deze tijd van het jaar. Een groot deel van de mensen met langdurige zorg woont in verpleeg- of verzorgingshuizen.
Socioloog Tanja Traag van het CBS legde eerder uit dat na sterftepieken vaak een dal volgt. Na de griepepidemie van 2018 was dat ook het geval. Een deel van de mensen die de afgelopen maanden zijn overleden aan het nieuwe coronavirus, waren volgens Traag onder normale omstandigheden nu gestorven.
In de eerste volle week van april overleden ongeveer 2400 mensen met langdurige zorg, dubbel zoveel als gemiddeld in de eerste tien weken van dit jaar. Na deze door het nieuwe coronavirus veroorzaakte piek begon het aantal sterfgevallen te dalen.
De onderzoekers merken op dat de populatie van verpleeg- en verzorgingshuizen is gekrompen sinds het begin van de coronacrisis. Dat komt doordat bewoners zijn overleden aan het virus, maar ook doordat er minder mensen naar de zorginstellingen verhuisden. Op 18 mei ontvingen ongeveer 122.000 bewoners van verpleeg- of verzorgingshuizen langdurige zorg, ruim 5000 minder dan op 9 maart.