Kamer wil meer invloed uitoefenen op digitale onderwerpen
De Tweede Kamer moet meer invloed kunnen uitoefenen op onderwerpen die met digitalisering te maken hebben. Deze zaken worden nu nog te veel als bijzaak behandeld, vindt een tijdelijke onderzoekscommissie van Kamerleden die zich over het onderwerp boog. Een vaste commissie voor digitale zaken, zoals er ook Kamercommissies voor bijvoorbeeld onderwijs en financiën zijn, moet zich buigen over de vraag „welke digitale ontwikkelingen gestimuleerd worden en welke juist begrensd”.
„Dat lukt tot nu toe onvoldoende”, schrijven de Kamerleden in hun rapport. Dit terwijl digitalisering volgens de commissie, die onder leiding stond van GroenLinks-politica Kathalijne Buitenweg, wel degelijk een politiek onderwerp is. „De digitale en technologische ontwikkelingen raken elke burger en organisatie.” De commissie noemt kunstmatige intelligentie als voorbeeld, waarmee computers zelfstandig ingewikkelde problemen kunnen oplossen. Dat kan een uitkomst zijn bij logistieke vraagstukken en bijvoorbeeld in de zorg „waar artsen steeds vaker de hulp zullen inschakelen van kunstmatig-intelligente systemen die adviezen uitbrengen op basis van medische gegevens”. Aan de andere kant kunnen problemen ontstaan met automatische systemen met ‘ingebouwde vooroordelen’, die onverhoopt discrimineren.
In het rapport wordt wel opgemerkt dat onderwerpen die met de digitale samenleving te maken hebben steeds vaker op de agenda van de Kamer worden gezet. Maar echte invloed van het parlement is nog beperkt. De nieuwe commissie, die na de verkiezingen in het leven moet worden geroepen, moet in de gaten blijven houden of de bestaande regels voor bijvoorbeeld techbedrijven nog wel voldoen. Omdat er steeds nieuwe technologieën of toepassingen hiervan opduiken, is het belangrijk dat wet- en regelgeving niet te ver achterloopt.
Om ervoor te zorgen dat de fractiespecialisten die zich over de digitale agenda buigen hier ook genoeg vanaf weten, moeten ze zich regelmatig laten bijpraten door toezichthouders en experts. Jaarlijks moet er een ‘kennisagenda’ worden gemaakt, waarin de Kamerleden aangeven welke informatie zij op welk moment nodig hebben. Ook moet de vaste commissie goed op de hoogte worden gehouden over plannen op het gebied van digitalisering die in Brussel worden voorbereid, „zodat zij beter in staat is de inzet van Nederland in de Europese Unie mede vorm te geven en te controleren”.