„Risico omwonenden nertsenbedrijven onwaarschijnlijk”
Het is onwaarschijnlijk dat omwonenden van nertsenhouderijen waar het coronavirus heerst, daaraan worden blootgesteld.
Dat is een van de voorlopige conclusies van onderzoek naar Covid-19 bij nertsen. Bij geen enkele meting in de buitenlucht bij besmette nertsenbedrijven is het virus aangetoond, aldus prof. dr. Arjan Stegeman van de Universiteit Utrecht. Samen met prof. dr. Jaap van Dissel van het RIVM praatte hij maandag Tweede Kamerleden bij over corona bij mens en dier.
Medewerkers in de stal worden echter waarschijnlijk wél blootgesteld aan het coronavirus. Dat werd maandag opnieuw duidelijk; in een tweede geval is een mens zeer waarschijnlijk door een nertst besmet, zo werd bekend.
Van Dissel legde uit dat de erfelijke ontwikkeling van het virus erop wijst dat twee personen het virus van nertsen hebben opgelopen. Nog eens twee personen hebben het of doorgegeven gekregen van een mens, of zijn eveneens zelf door een nerts geïnfecteerd.
De ernst van het virus bij nertsen varieert van zeer mild tot ernstig, aldus Stegeman. Op een van de bedrijven is de sterfte bijna 10 procent, en woedt het virus nog in alle hevigheid. Daar is ook onduidelijk hoe het virus is binnengekomen. Op de andere drie –eveneens Brabantse– bedrijven lijkt de infectie al langere tijd aanwezig te zijn, en nu af te nemen. Daar hebben mensen het virus waarschijnlijk binnen gebracht.
Uitgangspunt bij onderzoek is nu dat de rol van dieren in de pandemie „onbelangrijk” is, wat aantallen betreft, aldus Stegeman. Wel moet worden voorkomen dat dieren een „reservoir” van het virus worden. Dan kan namelijk de situatie ontstaan dat het virus onder mensen uitdooft, maar doordat het nog in dieren huist, opnieuw onder mensen komt.
Covid-20
„Zijn we een variant aan het creëren waar een toekomstig vaccin of behandeling niet op berekend is? Zijn we niet een kraamkamer aan het vormen voor ”Covid-20” of de ”Brabantse griep”?, wilde SP’er Frank Futselaar weten. Om veranderingen van het virus goed te kunnen blijven volgen, wordt er iedere week virusmateriaal verzameld, zei Stegeman.
Volgens de deskundigen is er verder geen bewijs dat het virus bij het muteren onder de nertsen een ernstiger vorm heeft gekregen.
Ondanks alle informatie die de Kamerleden ontvingen, is veel nog onduidelijk. Stegeman zei meer bezorgd te zijn „over de bedrijven waar we niks van weten”, dan over de bedrijven waar duidelijk is dat het virus rondgaat.
Als ook nertsenpups besmet blijken te zijn, kan dat zorgen voor een tweede golf onder nertsen, en kan er een „reservoir” ontstaan, aldus Stegeman.
Verder vindt er onderzoek plaats naar katten. Waarschijnlijk kunnen nertsen katten besmetten. Op een van de bedrijven hadden 7 van de 24 katten antistoffen.
Katten, fretten, hamsters en konijnen zijn gevoelig voor het virus, aldus Stegeman. Honden zijn er minder gevoelig voor. Varkens, kippen en eenden lijken niet gevoelig voor het coronavirus. Varkensbedrijven worden desondanks gescreend op antistoffen.
Minister van Landbouw Carola Schouten is deze dinsdagmiddag naar het mondelinge vragenuur in de Tweede Kamer geroepen om het te hebben over de risico’s van besmette nertsenhouderijen.