Burka’s als huisjes
Verontwáárdigd zijn we bij het zien van Afghaanse vrouwen in hun blauwe burka’s. Terecht natuurlijk. Dat mannen de nadelen van eigen zwakheden meestal op hun vrouw afschuiven wisten we al, maar door haar vrouwzijn in het publieke leven zo weg te stoppen, dat kan natuurlijk niet. En dan hebben we het nog niet gehad over de ruimte die hen wordt gegund in auto’s en bussen.
De vrouwen op de foto wachten in de Afghaanse hoofdstad Kabul op een bus. En nog een bus. En nog één. Omdat er telkens „geen plaats” was konden ze blíjven wachten. Nou ja, geen plaats. Die was er wel, maar niet voor vrouwen: achterin, gescheiden van de mannen. En weet u hoe een vrouwvriendelijke auto eruitziet? Dat is er één met een kattenbak. Opgepropt op een kluitje achterin, terwijl de heren netjes de bank bezetten. Als vrouw pardoes naast een man ploffen is hetzelfde als in Nederland bij een wildvreemde man achter op zijn fiets springen. Zoiets doe je bij je buurman nog niet.
Afghanistan kan wat die man-vrouwrelatie betreft nog wel wat van óns leren, denk je dan. Maar is dat wel zo? Want waarom moet ik mijn dochtertje tegen het vallen van de avond over straat begeleiden? Toch niet omdat ze de weg in het donker niet kan vinden. En hoeveel volwassen vrouwen durven bij ons na achten nog alleen de stad in? Akkoord, ze hebben hun gezichten onbedekt, en kleren mogen ze zelf uitkiezen. Maar ’s avonds zitten ze wél opgesloten in hun huizen, terwijl jongens en mannen vrij en blij buiten rondlopen. Het is al bijna gewoon, in hetzelfde rijtje gezet als autoverkeer dat de straat onveilig maakt. Maar het ís natuurlijk schandalig. Afghaanse toestanden! Want of een burka nu van steen (met dakpannen erop) of van textiel is, dat maakt toch helemaal niks uit?
Tekst: Ab Jansen
Foto: Sjaak Verboom
Dit is deel 1 van een zevendelige serie waarin met woord en beeld verslag wordt gedaan van een reis door Afghanistan.