Spanje verlengt noodtoestand rond coronavirus tot 7 juni
Spanje heeft de noodtoestand vanwege de coronapandemie voor de vijfde keer verlengd, ondanks felle tegenstand van de oppositie en toenemende protesten van ontevreden burgers.
Het parlement in Madrid nam woensdagavond met een krappe meerderheid een voorstel voor verlenging van de linkse regering aan. De al sinds medio maart geldende noodtoestand, met strikte uitgaansbeperkingen, zal nu tot ten minste 7 juni aanhouden.
De minderheidsregering van premier Pedro Sánchez wilde de ‘Estado de alarma’ met een hele maand verlengen. Maar daarvoor kreeg ze niet genoeg steun. Dinsdag werd echter aan de vooravond van de stemming een compromis bereikt over een verlenging met twee weken met de liberale partij Ciudadanos.
De steun van de tien liberale parlementsleden, die zich na een verschuiving naar rechts en het verkiezingsdebacle eind 2019 nu proberen te onderscheiden als vertegenwoordigers van het politieke centrum, bleek doorslaggevend: het voorstel kreeg 167 stemmen voor en 162 tegen.
Met meer dan 230.000 besmettingsgevallen en bijna 28.000 doden is Spanje een van de landen die het hardst door de pandemie zijn getroffen. De laatste weken is de situatie verbeterd. De nieuw geregistreerde sterfgevallen, op woensdag 95, lagen voor de vierde dag op rij onder de honderd. De daling is „groter dan in andere landen zoals Italië”, zei minister van Volksgezondheid Salvador Illa.