De Fed besloot de zogeheten federal funds rate (de rente die commerciële banken elkaar berekenen voor kortetermijnleningen) te verhogen van 1,50 tot 1,75 procent.

„Na een vertraging eerder dit jaar voornamelijk als gevolg van stijgende energieprijzen, lijkt de economie nu weer aan tempo gewonnen te hebben”, aldus de begeleidende verklaring van de twaalf gouverneurs van de Fed. Deze terminologie was iets voorzichtiger dan de tekst van de verklaring vorige maand, waarin de Fed de verwachting uitsprak „dat het erop lijkt dat de economie op een sterkere expansie afkoerst.”

De renteverhoging is niet bedoeld om een dreigende inflatie het hoofd te bieden. De inflatie zweeft momenteel tussen de 1 en 2 procent. Dat is een niveau dat volgens analisten geen ingrijpen noodzakelijk maakt. De reeks verhogingen waarmee de Fed eerder dit jaar begon is echter bedoeld om het rente-instrument weer bruikbaar te maken. Met een basisrente van 1 procent kon de Fed weinig anders dan verhogen. Analisten verwachten dat de verhogingen stapsgewijs voortgezet worden tot ergens tussen de 3 en 5 procent.

„Het is geen vraag of men doorgaat met deze verhogingen. Het is alleen de vraag hoe agressief de reeks wordt voortgezet en waar de Fed stopt”, aldus William Hornbacher, chef-econoom van het financieel bureau A. G. Edwards & Sons in St. Louis.

De markt reageerde optimistisch op de positieve verwachtingen van de Fed ten aanzien van de economie. De Dow Jones steeg 40,04 punten (0,39 procent) en sloot de dag af op 10.244,93 punten. De Standard & Poor’s 500-index steeg 7,10 punten (0,63 procent) en sloot af op 1129,30 punten en de Nasdaq steeg met 13,11 punten (0,69 procent) en rondde de dag af op 1921,18 punten.