Horeca: steun van overheid blijft nodig ondanks heropening
Koninklijke Horeca Nederland (KHN) noemt de aangekondigde heropening van de eet- en drinkgelegenheden „een eerste stap in de goede richting”. De branchevereniging stelt echter dat de voorwaarden voor veel bedrijven onwerkbaar zijn. Steun van de overheid blijft daardoor noodzakelijk.
Voorzitter Rober Willemsen van KHN zegt te begrijpen dat de gezondheid bovenaan staat. „We willen geen van allen dat het virus weer oplaait, maar de nood bij ondernemers is hoog. Het water staat ons echt aan de lippen.” Willemsen stelt dat aanvullende steun „keihard nodig” blijft om te zorgen dat de branche het overleeft.
KHN stelt al langer dat de 1,5 metereconomie voo veel horecazaken niet alleen technisch onmogelijk, maar ook niet rendabel is. De branchevereniging wil daarom een hogere compensatie van de werkgeverslasten en een andere maand die als referentiemaand wordt gebruikt om de omzetdaling te bepalen. Nu is dat januari, maar bij veel zaken is dat een van de minste maanden. Ook zouden de vaste lasten gecompenseerd moeten worden voor de periode dat horecazaken niet of maar deels open kunnen en zou de WW voor werknemers in de horeca versoepeld moeten worden.
Bovendien gaf KHN al eerder aan te betreuren dat de eet- en drinkgelegenheden pas op 1 juni open mogen en niet al hun deuren tijdens het pinksterweekend mogen openen. „Elke dag dat de sluiting langer duurt, is er een te veel”, zei een woordvoerder van de branchevereniging. „Wij hadden aangegeven: laat ons voor het pinksterweekend opengaan. Dat is ook een manier van geleidelijk opbouwen. Met alle maatregelen is er geen reden waarom dat niet zou kunnen.”