Ombudsman: wees terughoudend met inzet stroomstootwapen
Nationale ombudsman Reinier van Zutphen roept de politie op het stroomstootwapen terughoudend en zorgvuldig te gebruiken. De ombudsman onderzocht twee klachten die hij in korte tijd ontving over de inzet van het wapen in een GGZ-instelling.
Daarbij ging het om een jonge man in een psychose en een demente man van 73 jaar. Ze werden door agenten met een stroomstootwapen „onder controle” gebracht. Daarbij werd het stroomstootwapen meerdere malen gebruikt. Het ging om burgers die zich niet schuldig hadden gemaakt aan een strafbaar feit en daar ook niet van werden verdacht, schrijft de ombudsman.
Van Zutphen: „Het is van uiterst belang dat de politie zich realiseert dat het geen wondermiddel is en de impact voor iemand die getaserd is, groot is”, zegt Van Zutphen. „De politie moet goed overwegen wanneer en hoe ze het stroomstootwapen gebruikt. Bij de klachten die ik onderzocht, is dat niet goed gegaan.”
Naar aanleiding van zijn onderzoek geeft de ombudsman de politie richtlijnen voor „een rechtmatige en behoorlijke inzet” van het stroomstootwapen in de toekomst. Zo moeten de politieagenten goed getraind zijn en de gezondheidsrisico’s kennen. Ze moeten de inzet goed voorbereiden en de betrokkenen over het gebruik van het stroomstootwapen informeren.
De politie zegt de aanbevelingen te zien „als steun in de al eerder genomen maatregelen” rond het gebruik van het stroomstootwapen. Die zijn inmiddels doorgevoerd.
Volgens portefeuillehouder Frank Paauw, korpschef in Amsterdam, is de politie steeds beter in staat om ook dit geweldsmiddel zo effectief en veilig mogelijk in te zetten. Zo is de opleiding uitgebreid en laat de praktijk zien dat het stroomstootwapen meer terughoudend en zorgvuldiger wordt ingezet door de agenten die hierover beschikken. Verder hebben de politie en GGZ afspraken gemaakt over de samenwerking bij het optreden van de politie in een GGZ-instelling.