Verleiders
Als met de vervolgingen het vuur van de tirannen wat geblust is, komen meestal de ketters en de valse leraars. Deze doen de gemeente van Christus nog meer leed dan de tirannen. Hun tong is schadelijker dan het zwaard van de moordenaars. De tirannen kunnen de zuiverheid en de enigheid van de leer immers niet wegnemen, gelijk de valse leraars doen. De tirannen beschadigen het lichaam, maar de ketters vergiftigen de ziel als met de kanker. Zo waren dat in de tijd van Elia de profeten van Baäl, 450 in getal, die de zuivere godsdienst hadden vervalst en de kinderen Israëls deden hinken op twee gedachten.Jesaja klaagde in zijn tijd dat de leiders van het volk verleiders waren. Jeremia klaagde dat er velen waren die de Naam van God bedekten met de leugen. En Ezéchiël roept een wee uit over de profeten die hun eigen geest volgen, die hun loosheid volgen als de vossen in de woestijn.
In de tijd van Christus waren het de Schriftgeleerden en de Farizeeën die de wet hadden vervalst en die het volk van Christus afhielden. In de tijd van de apostelen zijn vele valse apostelen opgestaan. Sommigen van hen hebben geleerd dat de mens gerechtvaardigd kon worden door de werken van de wet, ja, sommige loochenden de opstanding van het vlees. Paulus zegt daarvan dat hun woord voorteet gelijk de kanker.
G. Udemans, predikant te Zierikzee (Christelijke bedenkingen voor een gelovige ziel, 1643)