Wil Rusland Syrische president Assad dumpen?
Kritiek in de Russische media op de Syrische president Bashar al-Assad zou kunnen suggereren dat Moskou hem zat is. Maar het Kremlin wil vermoedelijk een heel andere boodschap afgeven.
De invloedrijke Russische oud-ambassadeur in Syrië, Alexander Aksenenok, publiceerde onlangs een artikel dat er bepaald niet om loog. Volgens de diplomaat moet het Syrische regime „zijn prioriteiten veranderen.” De belangrijkste opdracht is niet langer heel Syrië militair te veroveren, maar de Syrische economie weer draaiende te krijgen. De ambassadeur schreef dat dit echter niet lukt omdat er in Syrië veel „schaduworganisaties” actief zijn die geen enkel belang bij „vreedzame ontwikkelingen” in het land hebben.
Waarnemers in de Arabische wereld was opgevallen dat er sinds april een aantal artikelen in de Russische pers was verschenen dat zich buitengewoon kritisch over de Syrische president uitliet. Assad werd er ondermeer van beschuldigd dat hij corrupt en incompetent zou zijn. Sommigen interpreteerden dit als het begin van het einde van de Syrische president. Moskou zou in samenwerking met de Turkse president Erdogan het vertrek van Assad voorbereiden. Er zijn echter redenen om dit te betwijfelen.
Het zou allereerst tot een confrontatie leiden met Iran en de Libanese Hezbollahbeweging die beiden een veel sterkere militaire presentie in Syrië hebben dan Rusland. En dan is er nog de psyche van de Russische president Poetin, die zich niet graag in de kaarten laat kijken.
Het lijkt daarom onwaarschijnlijk dat hij een eventuele beleidswijziging in Syrië zou laten inleiden met een uitgebreide mediacampagne. Tegelijkertijd is echter bekend dat er nooit iets in de Russische media zou worden gepubliceerd wat niet de goedkeuring van het Kremlin heeft. De vraag is dus wat de bedoeling was van al deze kritische artikelen.
In landen als Irak en Iran was al eerder gebleken dat internationale economische sancties altijd leiden tot het ontstaan van een zwarte markt die door maffiose zakenlui of officieren wordt gecontroleerd. In Syrië is dit niet anders. Ook hier is na jaren oorlog een parallelle economie onstaan, waar vooral de naam van Rami Makhlouf aan is verbonden. Toen in 2011 de oorlog uitbrak, was Makhlouf al een steenrijke zakenman die ondermeer eigenaar was van Syriatel.
Makhlouf zou tijdens de oorlogsjaren geleidelijk aan de economie in Syrië gaan controleren. Hij richtte een eigen gewapende militie op die op een bepaald moment 30.000 leden telde. Hij voelde zich zo onaantastbaar dat hij zelfs video’s begon te publiceren waarin hij Assad bekritiseerde. Hij werd hét gezicht van wat de Russische ambassadeur Aksenenok had omschreven als verderfelijke schaduworganisaties.
Om zijn eigen positie te versterken, was Makhlouf begonnen relaties aan te knopen met Iran. Hij was zelf een aleviet, maar hij bekeerde zich tot de sjiitische islam. Er zijn berichten dat hij onder verarmde alevieten een actie was gestart om ook hen tot de sjia-islam te bekeren. Hij begon zich steeds meer te presenteren als een alternatief voor Assad.
Dat kon wél rekenen op Iraanse, maar niet op Russische goedkeuring. Dat verklaart wellicht de kritische artikelen in de Russische pers. Assad lijkt de boodschap te hebben begrepen. Naar verluidt zijn de Syrische veiligheidsdiensten begonnen om het zakenimperium van Makhlouf te ontbinden.