Bijleveld overleeft tweede motie van wantrouwen over Hawija
Minister Ank Bijleveld van Defensie kan verder, maar haar positie is er na het vierde debat over de Nederlandse luchtaanval op Hawija niet sterker op geworden. Een flink deel van de oppositie zegde voor de tweede keer het vertrouwen in haar op.
Minister Ank Bijleveld van Defensie kan verder, maar haar positie is er na het vierde debat over de Nederlandse luchtaanval op Hawija niet sterker op geworden. Een flink deel van de oppositie zegde voor de tweede keer het vertrouwen in haar op.
In het urenlange debat toonde ook een deel van de coalitie zich kritisch over het optreden van de minister. D66’er Salima Belhaj zei er “buitengewoon geïrriteerd” over te zijn. De minister moet “heel hard haar best doen om volstrekte openheid te geven”.
Bijleveld verklaarde dat ze er begrip voor heeft dat er “onbegrip en ergernis” in de Kamer is over de communicatie over Hawija. Ze erkende tijdens de missie in Irak tegen IS van 2014 tot en met 2018 te “terughoudend” te zijn geweest met informatie aan de Kamer. Ze beloofde opnieuw meer transparantie vanuit haar ministerie. Dat is “noodzakelijk”.
Dat was voldoende voor een meerderheid. Naast de vier coalitiepartijen steunden ook de SGP, Groep Van Haga en FVD de motie van wantrouwen niet. Belhaj was blij dat de minister “de hand in eigen boezem had gestoken”. Volgens Thierry Baudet, die de vorige motie van wantrouwen tegen Bijleveld nog wel steunde, “is de boodschap aangekomen”.
Op verzoek van D66 gaat Bijleveld nog wel met de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) overleggen of die onderzoek kan doen naar Hawija. Maar er zijn “complicaties”, want de OVV kan geen onderzoek doen naar optreden van de krijgsmacht. Ook zal gekeken worden naar de mogelijkheid om het Openbaar Ministerie eerder in te schakelen bij (mogelijke) burgerdoden tijdens missies.
Bijleveld kon een groot deel van de oppositie niet overtuigen dat ze meer openheid nastreeft. De minister is volgens Sadet Karabulut (SP) - de indiener van de motie van wantrouwen - “niet open en niet eerlijk en al helemaal niet transparant”. Ze heeft “te weinig en te laat” gehandeld om het vertrouwen van de Kamer te herstellen, aldus Bram van Ojik van GroenLinks.
Bij de aanval op Hawija begin juni 2015 kwamen zeker zeventig mensen om, onder wie een onbekend aantal burgers. Dat kwam omdat er meer explosieven lagen opgeslagen dan vooraf was gedacht. De Kamer is in de kwestie eerder onjuist en verkeerd geïnformeerd. Bovendien vragen Kamerleden al jaren om meer transparantie als het gaat om burgerslachtoffers bij missies.
Wat de Kamer ook steekt, is dat bondgenoot de VS geen onderzoeken over Hawija wilden vrijgeven, ook niet op verzoek van Bijleveld. NRC en NOS kregen de informatie wel na een WOB-procedure. Bijleveld zei er alles aan te hebben gedaan om de stukken vrij te kunnen geven, maar de Amerikanen weigerden. Ze gaat de zaak weer aankaarten bij haar Amerikaanse collega. Verder moeten bij toekomstige missies betere afspraken worden gemaakt met bondgenoten om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen.