Ingreep in prepensioen valt erg slecht
Bijna viervijfde van de Nederlanders (79 procent) ziet niets in het afschaffen van de fiscale aftrek van prepensioenpremies. Slechts 13 procent ziet het als een goede maatregel om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen.
Dat blijkt uit een enquête van het onderzoeksbureau Interview–NSS, in opdracht van het ANP en NOS Actueel. Het uitblijven van een akkoord over het prepensioen, afgelopen voorjaar, zette vooral de bonden en het kabinet lijnrecht tegenover elkaar.
Volgens de ondervraagden is het kabinet, en in het bijzonder minister De Geus (Sociale Zaken), de hoofdschuldige voor het mislukken van het Voorjaarsoverleg (56 procent).
Niet meer dan 14 procent legt de schuld bij de bonden. Opvallend is wel dat van de CNV–leden 22 procent de rol van de bonden als slecht beoordeelt. Bij de leden van de FNV is een schamele 4 procent kritisch over het optreden van de vakbeweging.
Het laten vallen van het prepensioen ten faveure van een levensloopregeling is een van de maatregelen die het kabinet noodzakelijk vindt om de economie uit het slop te trekken. Volgens de peiling zegt 28 procent van de ondervraagden heel erg getroffen te zijn door de maatregelen. Maar liefst 59 procent stelt wel de gevolgen van de maatregelen te voelen, maar dat niet als buitensporig hinderlijk te ervaren. 13 procent zegt van geen enkele maatregel last te hebben.
Opvallend in het onderzoek is dat de kiezers van coalitiepartijen CDA, VVD en D66 eveneens weinig zien in de maatregelen die het Nederlanders moeilijker maakt om voor hun 65e jaar te stoppen met werken. Ruim tweederde van hun achterban accepteert de maatregelen niet. Onder CDA–stemmers gaat het om 69,2 procent, bij VVD–stemmers is dat 66,9 procent en bij D66–stemmers zelfs 79,2 procent.
Ook andere ingrepen in de sociale zekerheid, zoals de moeilijkere toegang tot de WW en het aftrekken van gouden handdrukken van de uitkering, zijn voor de kiezers van D66 minder verteerbaar dan voor CDA– en VVD–stemmers.