Minister wil vso-leerlingen meer ruimte geven voor examens
Minister Arie Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs) wil examenleerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) meer tijd en ruimte geven om hun diploma te behalen. Hij wil ze nog een vierde herkansing bieden, en ze de rest van het jaar de tijd geven om hun college-examens af te ronden. Ook wil hij ervoor zorgen dat leerlingen alvast aan hun vervolgopleiding kunnen beginnen „als ze nog niet helemaal klaar zijn”, zei Slob woensdag in debat met de Tweede Kamer.
Slob komt daarmee tegemoet aan een oproep die D66 en CDA eerder in het debat deden. De twee coalitiepartijen wezen naar het voorbeeld van het VMBO Maastricht, waar leerlingen in 2018 door wanbeleid van het schoolbestuur ook in de knel kwamen. Zij kregen tot januari de tijd om hun diploma alsnog te behalen, en mochten tegelijk al met hun vervolgopleiding beginnen.
Het voorstel van D66 en CDA kon op instemming rekenen van andere partijen in de Kamer.
Door de coronacrisis hebben ook de leerlingen in het vso al sinds maart geen fysiek onderwijs meer gehad. Daardoor hebben ze zich slecht kunnen voorbereiden op hun eindexamen, terwijl juist voor deze leerlingen begeleiding vaak extra belangrijk is.
De coulance geldt niet alleen voor het vso, maar voor alle leerlingen die staatsexamen doen, zei Slob. Bijvoorbeeld voor leerlingen die langere tijd niet naar school gaan, de zogenoemde thuiszitters. Het staatsexamen bestaat uit het college-examen en het centraal eindexamen. Dat laatste is komen te vervallen door de coronacrisis, net als voor het reguliere voortgezet onderwijs.
Een meerderheid van de Kamer riep Slob eerder op om vso-leerlingen al dan niet hun diploma te laten behalen op basis van de eerdere schoolresultaten, maar dat was volgens de minister „onuitvoerbaar”. Daarvoor zou op korte termijn de wet moeten worden gewijzigd. Daarnaast vreesde Slob in dat scenario voor de waarde van de diploma.
De Kamer had ook veel vragen over de instructies voor scholen waar een leerling besmet raakt met het coronavirus. Scholen zouden klagen dat het protocol onduidelijk en verwarrend is.
Slob sprak dat in alle toonaarden tegen. Hij verweet Kamerleden zelf verwarring te zaaien door steeds te herhalen dat er verwarring bestaat. De vragen die het protocol noodgedwongen openlaat omdat het niet in alles kan voorzien, kan de GGD volgens de minister beantwoorden zodra ze aan de orde zijn. Slob beloofde wel na te vragen of klachten over het protocol toch „breed leven”.