Zalm: Kaf van koren scheiden
Bonafide fondsen zullen de vlag uithangen als minister Zalm van Financiën erin slaagt kaf en koren op de charitatieve markt nauwkeurig te scheiden. Of tevens de terreurbestrijding beter kan worden aangepakt, is nog de vraag.
Stichtingen die willen profiteren van fiscale voordelen, moeten zich daarvoor laten registreren bij de Belastingdienst. Die toetst aan de hand van de statuten of de desbetreffende stichting het algemeen nut beoogt. Als de toetsing positief uitvalt, zijn de giften aan de stichting aftrekbaar en is een gereduceerd tarief op het gebied van successie- en schenkingsrechten van toepassing. Kerken vallen in principe ook onder deze regeling.
Nederland kent 140.000 stichtingen. Daarvan zijn er zo’n 15.000 door de fiscus geregistreerd. De lijst is niet openbaar. Bonafide fondsenwervers klagen al jaren dat de Belastingdienst kaf en koren niet goed scheidt vanwege de veel te lichte toetsing. Zij bepleiten dat de fiscus alleen nog fondsenwervers registreert als ze een erkenning hebben van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF).
Het aanvragen van een erkenning bij het CBF is niet verplicht. In de praktijk doen vooral de grote en middelgrote bonafide instellingen dat. Amerikaanse fondsenwervers, die in groten getale zijn opgedoken om een graantje mee te pikken van de Hollandse charitatieve markt, beginnen er doorgaans niet aan. Zij grossieren in bedelbrieven en maken daardoor zo veel kosten dat ze niet aan de voorwaarden van het CBF voldoen.
Volgens een nog vertrouwelijk voorstel wil Zalm een heel eind aan de wens van de branche tegemoetkomen. Stichtingen zullen voortaan aan zwaardere eisen moeten voldoen willen ze voor de verschillende fiscale regelingen in aanmerking komen. Fondsen die aan de eisen voldoen, krijgen een certificaat. Ze komen in een openbaar register. Zo kan het geverspubliek zien welke goededoelorganisaties door de fiscus kosjer zijn bevonden.
Aan welke eisen precies voldaan moet worden, is nog niet duidelijk. Zalm wil die in samenwerking met de branche formuleren. Als de minister de sector helemaal tevreden wil stellen, zullen fondsenwervers straks over een erkenning van het CBF dienen te beschikken. Dan kunnen heel wat stichtingen naar de fiscale voordelen fluiten omdat ze niet aan de eisen voldoen. Zo mogen de kosten niet meer dan 25 procent van het totale budget bedragen en dient de jaarrekening te zijn goedgekeurd door een registeraccountant.
Voor kerkgenootschappen zal de eis van CBF-erkenning in ieder geval niet gelden om de simpele reden dat ze niet bij het CBF terechtkunnen. Toch zullen ze wel door de molen van Zalm moeten. De bewindsman wil namelijk voorkomen dat dubieuze stichtingen met een islamitische achtergrond een moskee als dekmantel gebruiken. Voor kerken maakt de minister daarom geen uitzondering, al moet er dan wel een apart regime voor worden bedacht.
Zalm wil de nieuwe regeling tevens benutten voor het opsporen van fondsen die terroristische groeperingen steunen. „Voldoende zekerheid moet bestaan dat de instelling het algemene nut heeft nagestreefd en dus niet bewust of onbewust ondersteuning heeft gegeven aan malafide activiteiten. Dat is van belang, wanneer de instelling bestedingen verricht in risicogebieden in het buitenland”, zo schrijft Zalm in zijn voorstel aan het kabinet.
Daarin ligt wel de veronderstelling opgesloten dat zulke fondsen van de fiscale voordelen willen profiteren. Zo dom zullen ze echter in de praktijk niet zijn, erkent ook een woordvoerder van Financiën. De betekenis van Zalms uitwijding over het terrorisme blijft daarom nog vaag.