IAEA pleit voor strenger toezicht
Directeur Mohammed al-Baradei heeft maandag in een toespraak voor de algemene vergadering van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) gepleit voor strakker toezicht op de nucleaire activiteiten van landen.
Al-Baradei zei dat naast de bekende nucleaire mogendheden meer dan veertig landen over de kennis en vaardigheid beschikken om kernwapens te maken. Die zijn echter niet allemaal even openhartig over hun bedoelingen.
„Wij vertrouwen voornamelijk op de blijvende goede bedoelingen van deze landen, bedoelingen die (…) onderhevig kunnen zijn aan snelle veranderingen”, zei Al-Baradei.
Het IAEA is de nucleaire waakhond van de Verenigde Naties, die tot voor enkele jaren voornamelijk afhankelijk was van de informatie die landen vrijwillig verstrekten. De uitlatingen van Al-Baradei lijken ingegeven door onthullingen en vermoedens van clandestiene nucleaire activiteiten in verschillende landen, waaronder Libië, Noord-Korea en Iran. Ook is het bestaan aan het licht gekomen van een nucleaire zwarte markt, waar onderdelen voor kernwapenprogramma’s aangeschaft kunnen worden. Het relatieve gemak waarmee een dergelijk multinationaal netwerk kon worden opgezet en opereren, toont de ontoereikendheid van de bestaande controle op de nucleaire export aan, zei Al-Baradei.
De IAEA-directeur deed een beroep op Iran om gevolg te geven aan de internationale oproep om zijn activiteiten op het gebied van uraniumverrijking te staken en mee te werken aan zijn onderzoek daarnaar. De raad van gouverneurs van het IAEA nam daar zaterdag een resolutie over aan.
Iran legt de eis van het IAEA naast zich neer. De Iraanse minister van Inlichtingenzaken, Ali Yunesi, zei maandag voor de Iraanse televisie dat Iran het verrijken van uranium uit eigen beweging heeft opgeschort en zich het recht voorbehoudt om dit „elk moment” te hervatten. Met de eis dat Iran alle activiteiten op dit gebied staakt, ook het produceren en testen van centrifuges die voor het procédé worden gebruikt, gaat het IAEA zijn verantwoordelijkheden te buiten, zei Yunesi.
Meer dan 200 leden van het Iraanse parlement dreigden zondag de ratificatie van het aanvullend protocol te blokkeren als het IAEA zijn „illegale eisen” niet van tafel haalt. Hoewel de regering het protocol, dat Iran ertoe verplicht onbeperkte inspecties van zijn nucleaire faciliteiten toe te staan, vorig jaar meteen na ondertekening in werking stelde, moet het eigenlijk nog door het parlement worden goedgekeurd.
De Iraanse onderhandelaar bij het IAEA, Hasan Rowhani, zei zondag dat Iran het daadwerkelijk verrijken van uranium heeft opgeschort, maar niet heeft besloten dat permanent te doen. Met daadwerkelijke verrijking wordt gedoeld op het injecteren van uraniumgas in centrifuges. Andere activiteiten van Iran, zoals het produceren, assembleren en testen van centrifuges, gaan waarschijnlijk gewoon door. Mocht het IAEA besluiten vragen over het Iraanse kernprogramma aan de VN-Veiligheidsraad voor te leggen, met eventuele sancties tot gevolg, „dan stopt Iran met de uitvoering van het aanvullend protocol en zal het zijn samenwerking met het IAEA beperken.” Alleen door middel van een dialoog is Iran misschien te vermurwen concessies te doen, zei Rowhani.
Het non-proliferatieverdrag dat de verspreiding van kernwapens moet tegengaan, verbiedt een land niet om uranium te verrijken. Maar omdat Iran verdacht wordt van plannen om kernwapens te maken wordt er grote druk op Teheran uitgeoefend om de verrijking te staken. Met name de VS dringen er op aan dat het IAEA naar de Veiligheidsraad stapt als Iran niet aan de gestelde eisen voldoet.