Nederland tobt met anderhalve meter afstand
De 1,5 metersamenleving blijkt in de praktijk een moeilijk verhaal. Ruim twee derde van de Nederlanders heeft in de supermarkt of op het werk last van mensen die te dichtbij komen. Dat blijkt uit grootschalig onderzoek van het RIVM en de GGD’s onder 90.000 Nederlanders, meldt het AD.
De regering kondigde woensdag aan de samenleving weer stukje bij beetje op te gaan starten, waarbij de 1,5 meterregel een van de belangrijke pijlers is. Zo’n 83 procent van de bevolking denkt ook dat het houden van afstand helpt om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.
Maar bijna driekwart van de Nederlanders ziet anderen in de supermarkt te dichtbij komen. Bij mensen die buitenshuis moeten werken, heeft een kleine twee derde hier last van. Bij een blokje om of het ontvangen van bezoek blijkt afstand houden eenvoudiger. Een kwart van de bevolking vindt het over het algemeen moeilijk om zich aan de afstandsregel te houden.
Geen handen meer schudden (90 procent) en thuisblijven bij verkoudheid (89 procent) zijn de twee maatregelen waar Nederlanders het meeste effect van verwachten. De meeste hygiënische adviezen blijken voor Nederlanders relatief weinig problemen op te leveren. Liefst 99,5 procent zegt geen handen meer te schudden en driekwart niest in de elleboog. Het RIVM en de GGD zullen het onderzoek voortaan elke twee weken uitvoeren, waardoor in beeld gebracht kan worden hoe de omgang van Nederland met de coronamaatregelen verandert.