CU-plan: extra banen en meer koopkracht
Een pakket wijzigingsvoorstellen van de ChristenUnie ten aanzien van de rijksbegroting die het kabinet dinsdag presenteert, zou komend jaar leiden tot meer banen, een iets hogere economische groei en een betere koopkracht voor vooral de middeninkomens.
Dat blijkt uit een doorrekening van het Centraal Planbureau die de ChristenUnie maandagmorgen heeft vrijgegeven. Tegenover de positieve resultaten staat een iets hoger begrotingstekort: 2,7 in plaats van 2,6 procent. De hogere economische groei (0,1 procent) hangt overigens volledig samen met de 10.000 extra banen die de ChristenUnie bij de overheid creëert.
Met de wijzigingsvoorstellen heeft de ChristenUnie niet alleen de werkgelegenheid op het oog, maar ook de koopkracht van chronisch zieken, gehandicapten en gezinnen. Volgens het CPB leiden de maatregelen tot een gemiddelde koopkrachtstijging van een kwart procent. Inderdaad gaan vooral kostwinners met een middeninkomen erop vooruit en profiteren lagere inkomens meer dan hogere.
Hoezeer chronisch zieken en gehandicapten precies profiteren, valt in generieke koopkrachtcijfers moeilijk uit te drukken. Wel is duidelijk dat de ChristenUnie een aantal pijnlijke bezuinigingen voor deze groepen wil terugdraaien. In totaal wil de partij ten opzichte van de kabinetsplannen 400 miljoen euro meer uitgeven. Daartegenover staan bezuinigingsvoorstellen van 1100 miljoen. Zo gaat de belasting op vermogens van boven de 1,25 miljoen licht omhoog (0,1 procent), geldt de hypotheekrenteaftrek nog maar tot 250.000 euro en komt er een vaarbelasting voor plezierjachten.
Het „christelijk-sociale inkomensplan”, dat de titel ”Omzien naar elkaar” heeft meegekregen, leidt tot een lastenverlichting van in totaal 900 miljoen euro, waarvan 400 miljoen naar gezinnen gaat en 600 miljoen naar bedrijven.
Partijleider Rouvoet reageert verheugd op de resultaten van de doorrekening: „Dit plan haalt nu de scherpte kantjes van het kabinetsbeleid af en leidt op de langere termijn structureel tot positieve effecten, omdat het bijdraagt aan meer vertrouwen in de samenleving.”