Wijzen op de grootheid van de Bevrijder
Vier mei – dodenherdenking. En dinsdag Bevrijdingsdag. Door de coronacrisis heel anders dan gepland. „De tijdsomstandigheden hebben ons veel te zeggen”, zegt ds. W. van Sorge.
Vanwege de herdenking preekte de christelijke gereformeerde emeritus predikant uit Veenendaal zondagmorgen in Utrecht-West over Jesaja 26:10-12. „Over vrijheid die verbeurd en gemist werd, maar ook over de eeuwige vrede die de Heere voor Zijn kinderen heeft weggelegd.”
Onverwachts stond ds. Van Sorge weer op de kansel. „Op 25 augustus heb ik in Bennekom voor het laatst gepreekt. Zo had ik het aangekondigd. Maar Utrecht zat opeens met een lege plaats in het preekrooster en vroeg of ik wilde komen. Het is een voorrecht dat dit juist bij deze herdenking kon. Wel in een lege kerk. Dat deed ik eerder weleens om een preek te oefenen, maar nu is het toch anders.”
Brandend vliegtuig
De nu 87-jarige predikant maakte bezetting en bevrijding mee in Rotterdam. Levendig herinnert hij zich het bombardement dat de binnenstad in puin legde. „We zaten bovenaan de trap en de buurvrouw riep: „O God, waar heb ik dit toch aan verdiend.” Waarop moeder zei: „Houd je mond, we hebben veel erger verdiend.” Aan de Paradijslaan in Nieuw-Crooswijk woonden we driehoog en we konden de enorme brand goed zien, nauwelijks anderhalve kilometer bij ons vandaan. Onze buurt bleef gespaard.”
Er zijn veel herinneringen. Aan luchtalarm. Grote spanning. Verduistering. Zoeklichten die Engelse vliegtuigen ‘vingen’. „Een brandend vliegtuig kwam laag over ons huis. Moeder riep: „Tjonge, we gaan eraan.” Maar hij stortte neer bij de Boezemlaan. Net voorbij de bebouwing; dat was een wonder waarover iedereen in de buurt sprak. We gingen bij het wrak kijken.”
De bordjes ”Verboden voor Joden” maakten indruk. „We hoorden dat de Joden in Polen moesten werken. We hadden geen idee wat er werkelijk met hen gebeurde.”
Vreugdevuur
Op dolle dinsdag, in september 1944, leek de bevrijding dichtbij. „Het gerucht ging rond: De geallieerden zijn al in Breda. In Dordrecht… Iedereen liet zich betoveren. Maar we zijn kunstig verdichte fabelen nagevolgd.”
Eerst kwam de hongerwinter. „Op het Schuttersveld zeefde moeder kooltjes voor de potkachel. Ik haalde iedere dag tulpenbollensoep in de gaarkeuken: voor moeder, mijn zus en mezelf elk een halve liter. Eén keer kreeg ik bij vergissing een vierde schep, en juist die dag waren er aardappelen met zuurkool. Wat hebben we gesmuld.”
Moeder –„het ontbrak haar niet aan vrijmoedigheid”– peuterde eten los bij rijke mensen aan de Kralingse Boslaan. „Elke vrijdag mocht ik ergens een prakje halen. We leden gebrek, maar geen grote honger. Reden tot dankbaarheid.”
Er kwam Zweeds wittebrood. „Destijds vonden we het heerlijk. Ik vraag me weleens af wat we er nu van zouden vinden.”
Eindelijk was daar de bevrijding. „We trokken massaal naar de Coolsingel. Daar klonk een spreekkoor: „Wij willen burgemeester Oud zien… Wij willen burgemeester Oud zien…”
Ds. Van Sorge herinnert zich de hossende mensen rond het vreugdevuur tegenover zijn ouderlijk huis. „Ze zongen twee liedjes: Mussert, die moet zakjes plakken…, en: Alle NSB’ers in een harington… We zaten ons achter het raam vooral te verbazen over de NSB’er die, amper 10 meter vanaf het vuur, vanuit zijn huis zat toe te kijken. Kort daarna werd hij opgepakt.”
Gemengde gevoelens
Nu is Nederland 75 jaar vrij. „In veel landen hebben christenen minder vrijheid dan bij ons, en is de rechterlijke macht omkoopbaar. Laten we onze voorrechten zien. Ook dat we het huis van Oranje nog mogen hebben.”
De secularisatie stemt de predikant echter bedroefd. „God wordt in overheidstoespraken niet genoemd. Denk ook aan het verschrikkelijke kwaad dat abortus heet. Zou er geen samenhang zijn met wat we nu meemaken? Net als de oorlog is de coronacrisis een oordeel. Dat woord wil ik nooit te gemakkelijk gebruiken, maar de Heere is geen ledig aanschouwer. Er is in ons land veel reden om bedroefd te zijn, zonder de dankbaarheid en vreugde over 75 jaar vrijheid tekort te doen. Laten we wijzen op de grootheid van de Bevrijder die ons deze vrijheid gaf.”