Aan het sterfbed van een coronapatiënt
Hoe kun je als vrijwilliger in de palliatieve zorg een stervende coronapatiënt het best tot een hand en een voet zijn? In een onlangs gelanceerde onlinecursus gaat de christelijke organisatie NPV in op die vraag.
Dreigen coronapatiënten in eenzaamheid te overlijden? Hoe kunnen we daar wat aan doen? Die vragen klonken zeker enkele weken geleden, toen alarmerende verhalen uit Italië circuleerden.
Om vrijwilligers toe te rusten voor palliatieve zorg aan coronapatiënten lanceerde de NPV halverwege april in samenwerking met het christelijk hulpplatform #nietalleen een onlinetraining. Inmiddels volgden zo’n veertig belangstellenden de cursus, zegt projectleider Freek van Holten van de NPV donderdag.
Eenzaamheid
De pandemie is voor nogal wat mensen „het laatste duwtje” tot vrijwilligerswerk. „Mensen die aan de cursus mee willen doen, zeggen bijvoorbeeld: Ik kreeg het op mijn hart om dit werk te gaan doen. Ik wil mensen niet eenzaam laten sterven.”
Niet iedereen komt door de screening. „Het is niet verstandig om een 80-plusser met longproblemen in te zetten als vrijwilliger.” Als de cursist de training van enkele weken achter de rug heeft, probeert de NPV zo’n vrijwilliger aan een werkplek te helpen. Bijvoorbeeld bij een thuiszorgorganisatie of een hospice.
Het is van het grootste belang dat vrijwilligers aan het sterfbed van coronapatiënten beschermende kleding dragen, benadrukt de NPV in de training. „Wij geven richtlijnen hoe je bijvoorbeeld brillen en mondkapjes het beste kunt gebruiken. Zeker omdat we weten dat het coronavirus zo besmettelijk is, moeten vrijwilligers daar goed van op de hoogte zijn. Als een vrijwilliger niet over goede beschermende middelen beschikt, adviseren wij om niet bij een patiënt in de buurt te komen.”
Schoon shirt
De NPV bindt de cursisten op het hart dat ze aan het sterfbed van coronapatiënten vooral hand- en spandiensten verlenen – net als bij andere patiënten in hun laatste fase. „Het gaat om heel praktische hulp. Denk aan iemand drinken geven, recht leggen op bed, een schoon shirt aantrekken, helpen met douchen, de deur voor bezoek opendoen of de telefoon oppakken.”
Voor NPV-vrijwilligers kan ruimte ontstaan om een pastoraal gesprek te voeren met patiënten, al dan niet met corona, zegt Van Holten. „Er kan zich een gelegenheid voordoen dat de vrijwilliger bijvoorbeeld een stukje uit de Bijbel leest.” Toch plaatst hij wel een kanttekening. „In veel gevallen is er nauwelijks ruimte voor uitgebreide gesprekken met stervenden. Coronapatiënten kunnen in ademnood verkeren en daar vooral mee bezig zijn. Een gevleugelde uitdrukking in de christelijke palliatieve zorg is: Voor omstanders ligt iemand op het randje van de eeuwigheid, de persoon zelf voelt zich liggen op de plooi van het laken. Dus zo’n stervende is dan vooral bezig met de vraag hoe hij wat makkelijker kan liggen.”
De ene vrijwilliger of bijvoorbeeld predikant staat aan het sterfbed van een coronapatiënt, de andere durft dat niet aan. Wat vindt Van Holten daarvan? „Een heel lastig dilemma. Ik snap dat de één een bezoek aan een coronapatiënt te risicovol vindt. Maar als een gezond persoon van 40 jaar juist wél op een stervende afstapt, begrijp ik dat ook. Denk aan vroeger eeuwen. Christenen bezochten slachtoffers van de pest. De één vindt dat een mooie vorm van naastenliefde, de ander zegt dat een christen zo de pest helpt verspreiden.”
In de war
Sifra van Ekeris (19) uit Elspeet volgde de NPV-cursus. Vrijdag zou ze voor het eerst naar hospice De Regenboog in Nunspeet gaan, al spitst het vrijwilligerswerk zich (nog) niet toe op contact met stervenden. Waarom de cursus? „Ik heb al langer interesse in terminale zorg. Ik hoorde verhalen uit het buitenland over coronapatiënten die in eenzaamheid stierven. Dat gun je niemand.” Ze leerde dat het ziekteverloop bij coronapatiënten „heel onvoorspelbaar” kan zijn en dat ze bedacht moet zijn op dwaalgedrag. „Mensen kunnen in de war zijn en rondlopen in hun huis, met het risico dat ze anderen besmetten.”
Hoewel het de christelijke vrouw „heel moeilijk” lijkt om aan iemands sterfbed te zitten, kiest ze toch voor dit vrijwilligerswerk. „De dood is werkelijkheid en die hoef je niet uit de weg te gaan.”