Stroom van harde cijfers over economische krimp komt op gang
Geleidelijk aan verschijnen er harde gegevens, de echte cijfers, over de economische gevolgen van de pandemie. Donderdag maakte het Europees statistiekbureau Eurostat voor de eurozone een kwartaalkrimp bekend van 3,8 procent.
De afgelopen weken zijn we reeds overspoeld met dramatische getallen. Maar daarbij ging het veelal om indicaties, verwachtingen en scenario’s. Ze waren omgeven met grote onzekerheid. Een veel forsere foutenmarge dan gebruikelijk, want alles is anders dan voorheen, de coronacrisis is volstrekt uniek. De virusuitbraak en de door regeringen opgelegde lockdowns zijn moeilijk in bestaande modellen in te passen en dus laten de effecten ervan zich niet met nauwkeurigheid vooraf berekenen.
Werkelijkheid
Maar naarmate de tijd voortschrijdt, komen we meer te weten, dringt de werkelijkheid zich in gerealiseerde cijfers aan ons op. Het bruto binnenlands product (bbp) van de eurozone, het bedrag dat we met z’n allen verdienen in de landen waar de burgers met de gemeenschappelijke munt betalen, zakte in de voorbije drie maanden, ten opzichte van het vorige kwartaal, met bijna 4 procent. Het betekende de grootste daling sinds in 1995 de metingen voor het eurogebied begonnen.
Daarbij moeten we bedenken dat die schade pas is opgetreden in de laatste weken van de betrokken periode. In januari en februari was er nog groei. Vanaf half maart sloeg het virus in heel Europa toe en kondigden overheden maatregelen af die delen van de economie volledig stillegden.
Als een halve maand een krimp veroorzaakt van 3,8 procent, kan een volledig kwartaal met beperkingen gemakkelijk leiden tot een teruggang in onze welvaartsontwikkeling van meer dan 20 procent. Ofwel: zomaar een vijfde van de bedrijvigheid valt dan weg. Het ligt in ieder geval voor de hand dat het tweede kwartaal een nog veel slechtere uitkomst zal opleveren, al moeten we daarbij aantekenen dat er in alle landen stap voor stap weer wat meer ruimte lijkt te ontstaan. Ook nu zijn over de verdere gang van zaken in de economie eigenlijk geen betrouwbare ramingen te verstrekken.
Frankrijk meldde donderdag over de afgelopen drie maanden een min van 5,8 procent. In Italië bedroeg de neergang 4,7 procent, in Spanje 5,2, in België 3,9 en in Oostenrijk 2,5. Voor de publicatie van het Nederlandse cijfer moeten we wachten tot half mei.
Werkloosheid
Dat in de VS de recessie eveneens hard om zich heen grijpt, geeft het daar razendsnel stijgende aantal werklozen aan. In zes weken tijd, zo blijkt uit de donderdag verschenen telling, vroegen ruim 30 miljoen Amerikanen een uitkering aan, bijna 20 procent van de beroepsbevolking.
Toch viel de krimp in de VS nog mee: 1,2 procent. Over het tweede kwartaal zal dat percentage ongetwijfeld drastisch hoger uitvallen.