‘Andere aanpak bijstand motiveert meer mensen te gaan werken’
Een andere aanpak van de bijstand leidt tot een grotere uitstroom naar betaalde banen. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht (UU). De gemeente Utrecht en de UU presenteerden vrijdag de resultaten.
Bijstandsgerechtigden die zelf meer de regie krijgen in hun zoektocht naar werk en aan minder verplichtingen hoeven te voldoen, zoals verplicht solliciteren of deelnemen aan activiteiten van de gemeente, hebben een grotere kans op het vinden van een vaste baan. Dit geldt niet voor laagopgeleiden en mensen die al vele jaren werkloos zijn. Zij hebben juist extra hulp en persoonlijke begeleiding nodig.
Ook onderzocht de universiteit of een extra financiële prikkel van maximaal 200 euro een positief effect heeft. Dit leidt er volgens de onderzoekers wel toe dat mensen op zoek gaan naar een deeltijdbaan van een paar uur, maar zorgt niet er niet voor dat ze geen uitkering meer nodig hebben. Het lijkt er volgens hen op dat de werklozen alleen wat wilden bijverdienen.
Meerdere aanpakken werken, concludeert wethouder Linda Voortman. „Wij hebben behoefte aan meer ruimte in de wet. Wij willen mensen meer en over een langere periode laten bijverdienen, zodat werken loont. Ook willen wij meer ruimte om te blijven onderzoeken welke aanpak het beste werkt”, aldus de wethouder werk en inkomen. Ook zegt zij dat ze meer geld van het Rijk nodig heeft om bijstandsgerechtigden - in de domstad 10.000 mensen - meer persoonlijke aandacht te geven.
Ruim anderhalf jaar lang heeft de gemeente Utrecht samen met Zeist bijna 800 bijstandsgerechtigden gevolgd. Ze werden willekeurig ingedeeld in vier verschillende groepen met elk een andere aanpak. De universiteit Utrecht onderzocht welke aanpak het beste leidt naar betaald werk of, als dat niet lukte, in elk geval naar meedoen in de samenleving door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk te doen.
Niet alleen Utrecht en Zeist begonnen een experiment met alternatieve aanpakken. Ook Groningen, Nijmegen, Tilburg, Deventer en Wageningen gingen een soortgelijke proef aan.
De gemeenten wilden weten of de Participatiewet uit 2015, waaronder de bijstand valt, doeltreffender kan worden uitgevoerd. Zij vinden de wet niet goed aansluiten bij de praktijk. Te complex en bureaucratisch met weinig ruimte voor maatwerk en vormen van begeleiding waarbij de bijstandsgerechtigde zélf meer regie krijgt, zeggen ze.