‘Bevrijdingspoging gevangenis Zutphen was grondig voorbereid’
De vier Fransen die op 19 januari zouden hebben geprobeerd de tot levenslang veroordeelde Omar L. uit de gevangenis in Zutphen te bevrijden, hebben die actie „heel erg goed voorbereid”. De verdachten zijn bepaald geen „naïevelingen”, zoals hun advocaten willen doen geloven, maar mannen die zich „willens en wetens hebben ingelaten met de internationale georganiseerde criminaliteit en die uit Frankrijk zijn overgekomen om een klus te klaren”.
Dat zei het Openbaar Ministerie donderdag voor de rechtbank in Zutphen, tijdens een inleidende zitting in de strafzaak tegen het viertal. „Dit zijn geen kleine jongens. Ze weten hoe de hazen lopen.”
Volgens justitie hebben de vier geprobeerd met een slijptol en een betonschaar een opening te creëren in de omheining van de gevangenis, zodat L. kon ontsnappen. Op beelden van beveiligingscamera’s is te zien dat L., toen het niet lukte het hekwerk kapot te krijgen, een vergeefse poging doet over het hek te klimmen. Het viertal kon kort na de poging worden gearresteerd. Zij lieten een in brand gestoken bestelbus bij de gevangenispoort achter.
De vier verdachten (21 tot 29 jaar oud) gingen er in een auto vandoor toen duidelijk was dat hun missie niet zou slagen. Na een zoektocht, waarbij een helikopter werd ingezet, kon de politie de mannen aanhouden.
Omar L. is vorig jaar veroordeeld voor onder meer het organiseren en aansturen van twee liquidaties in 2015.
Volgens de advocaten van twee verdachten moet de bevrijdingspoging als niet al te professioneel worden ingeschat. De gebruikte slijptol zou „een speelgoedding” zijn geweest. De verdachten zijn geen zware criminelen. Een van hen zou zich „in een vlaag van jeugdige verstandsverbijstering” bij de expeditie hebben laten betrekken. De raadslieden vroegen de rechtbank het voorarrest al dan niet voorlopig te beëindigen. Het OM verzette zich daartegen.
Het onderzoek is volgens het OM bijna afgerond. De verdachten hebben tot dusver weinig tot niets willen verklaren. Justitie zal hen op korte termijn confronteren met de resultaten van het onderzoek, in de hoop dat zij daar wél iets over willen zeggen.
Het viertal was donderdag wegens de coronamaatregelen niet in de rechtszaal aanwezig. Twee van hen lieten hun belangen geheel door hun advocaten behartigen, twee anderen hadden vanuit het huis van bewaring een beeld- en geluidsverbinding met de rechtbank.
De rechtbank beslist uiterlijk vrijdag schriftelijk op de vrijlatingsverzoeken. De volgende zitting is op 16 juli. Mogelijk wordt de zaak dan inhoudelijk behandeld.