Zestien EU-landen vragen Brussel toestaan vliegvouchers
De Europese Commissie beraadt zich over de oproep van Nederland en andere EU-landen om tijdelijk toe te staan dat luchtvaartmaatschappijen vouchers uitgeven ter compensatie van een geannuleerde vlucht. Dat is tegen de bestaande EU-wetgeving, maar veel landen waaronder Nederland knijpen in verband met de coronacrisis een oogje dicht. Volgens transportcommissaris Adina Vălean is de discussie over de kwestie in het dagelijks EU-bestuur nog niet afgerond.
Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur) en haar Europese collega’s vergaderden woensdag per video over deze en andere transportzaken. Twaalf landen waaronder Nederland hebben de commissie in een gezamenlijke verklaring gevraagd met spoed de verordening aan te passen om de luchtvaartmaatschappijen financieel te helpen maar tegelijk ook de belangen van de consumenten in het oog te houden. Volgens ingewijden steunen Duitsland, Spanje, Estland en Roemenië de oproep van de twaalf waardoor een meerderheid van de lidstaten zich nu achter de vouchers heeft geschaard.
Volgens de ondertekenaars is het tijdelijk aanbieden van vouchers mogelijk en aanvaardbaar voor consumenten als aan een aantal criteria wordt voldaan. Zo moet onder meer de informatie voor de passagiers transparant zijn en de geldige duur van de vouchers gelijk zijn in de EU.
Volgens het Europees consumentenrecht kunnen passagiers bij een geannuleerde vlucht kiezen tussen een vervangende vlucht of terugbetaling van de ticketprijs binnen zeven dagen. Omdat het vliegverkeer door de coronacrisis vrijwel is stilgevallen, is omboeken vrijwel onmogelijk en brengt terugbetaling veel maatschappijen in problemen.
De andere oorspronkelijke ondertekenaars zijn België, Frankrijk, Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Griekenland, Ierland, Polen, Portugal, Malta en Letland.